
Öa W A T E R H O Z E N .
Kringen om de Zon en Maan zult gij fflöi:
nigyuldige malen gezien hebben.
V . Voorzeker zullen ook deze door de
breking der Ljchtftralen in de waterige deelen
-des Dampkrings ontftaan? - ,
A. Zoo is het. De Waterhozen zijn een
meer geducht Verfchijnfel, dan de even ge-
•noemde Luclitverhevelingen, die ons oog bekoren
Zij komen zeldzaam op het Land,
menigvuldiger 'op de Zee voor, -en zijn van
eene vreesfelijke iiitwerking. Het is eene ont-
-zaggelijke vertooning als men maar ebne, ik
laat ftaan vijf of elf te zaiueu z ie t , gelijk in
’¡den jare 1771 . eenige Zeelieden wedervoer^
xlie vijf in de Zuiderzee, en elf bij elkanderer^
In de Noordzee ontdekten.
y . Laat ik rondboiftig erkennen,, dat ik'
niets van derzelver oorzaak weet!
A. Uwe onkunde in dezen ftrekt U niet
tot oneer; want de Natunrkundigen kunnen
er nog geene zekere voldoende oorzaken vaffi
opgeven.
V . ZpQ biijf ik dan önkundig!
A. Sommigen' befchouwen de Waterhozen
nls een’ Maalftroom, die door twee teg/en overgefteide
Winden, wanneer. zij elkander treffen,
wordt voortgebragt, en andere verklären dezelve
voor eene Electrieke w:erking. Er zullen
waarfchijnlijk zamen werkende oorzakea
plaai#
S N E E U W.
plaats hebben,. onder welke . de Electriciteit
pok zeker ggfteld moet worden,
Y , W’elke waterachtige Verhevelingen, hebben
wij nog.meer? _ ............
A. Eene der verwonderlijkfte .i;, de Sneeuw,,
welke in de Wintermäanden, dikwijls valt.
V . Is deze zoo verwonderlijk?.
A . Moet gij zulks-niet toe Hemmen, wiin?-
.peer gij bedenkt, dat de Sneeuw een bevro»
ren wafem is , bij of in de : Wolken reeds
gevorrod, eer dat de Waterbelletjes zieh tot
druppelen hebben kunnen vereenigen, meer
dan twintig .„malen : ligter.. .d.an , W^ter, meestal
van- eene 'zeer regelmatige, verwonderlijk
fchoone gedaante, aah de.fijnfte Wol in zacht-
heid zeer gelijk, en in witheid alles te boven
gaande.
V . Heeft de Sneeuw eene regelmatige gedaante?
A., Mel het bloote oog zoudt gij ztilks
dikwijls hebben kunnen öntdekken , indien gij
met meer öplettendheid de Schepping gade-
iloegt; doch met het Vergrootglas zult gij
deze Figuren beter kunnen befchouwen.
' V. Ik wenschte thans eenige Sneeuwvlok-
en te kunnen zien, om mijne onopmerkzaain-
heid terftond te vergoeden ! <
A. Meer dan vierhonderd zulke Figuren ,
alle even fraai en even zeer verfchillende,
heeft de tieer e n g e u m a n in teekening ons
on