
f 1,1« n
If Í
222 P O O T E N DER v o g e l e n .
lange Halzen; de Zweitivogels hebben korte
Beenen of Pooten, en de Teenen door eeii
Zwemvlies verbonden, om zich in het AVater
te kminen voortroeijen. De meeste kleine
Vogeltjes huppelen, gelijk de dártele
Mnschjes; andere loopen rad, gelijk de Pa-
tiijzen; de AVatervogels hebben eenen wag«
gelenden gmig, om dat zij niet gelijk de
Landvogels, de Voeten voor, maar naast
elkanderen zetten, gelijk voor. het zwemraep
zulks vereischt werd. Voorts moet gij let-
ten op de buiging hunner Knieen, die ach-
terwaarts gekeerd is , op dat z ij, willende
opyliegen, niet met de Borst tegen de aarde
flaan; hoe zij op Takkeip flapende, him
Hoofd onder een der VIeugelen verbergen,
en het volkomenst evenwigt kimnen bewaren,
waarover gij U zeker, zoo dikwijls
gij eenen flapenden Vogel ziet, zult moeten
verwonderen.
, V. Eer gij verder gaat, zeg mij waarom
vhegen die twee Musfchen elkander zoo drif-
tig na? ■
A . .Om dat ze gepaard zijn, of het Man-
netje dit AVijfje voor zijne lieffte verkozen
heeft, en het nu uit minnedrift agtervolgt.
Herinner U nogmaals hoe ik gezegd heb,
dat alie die Dieren paren, welker jongen de
verzorging van beide Ouderen behoeven. Nu '
hebt gij vooral uwe opmerkzaamiieid op de
. Nesn
e s t e n DE®. V O G E L E N . 22S
Nesten te 0» , die d« Vogelen, elk n «
inijnen anrd titnmeten , f ' L
verwonderlijks gelegen •
: o‘ h ondettigt, det eii Nesten d ^
ben, hoe nij denel« moeten
bet best te plaatfen, uit welke ftoften za
men te ftellen, hoe groot zij moeten zij
■ 'V ^ Y ^ r d r i r f t % e t w o n d e t i l i k ,^ « t
J tanftig nijn niet vele Nesten nnmen-
" T Een neet knnftig Nest wil ik U Wer
vertoonen. Gij ontdek. in dese P t o dt e
Blndeten ven eenen
bangende een dinen deel, rond '
geen binnen eene groote holte maakt en p
Lee Pleetlen nen e lk e .* r g e tW -
fPlaat V . ) Het derde iiaaifel, de twee bla
deren achter aan een hechtende is onzi^-
bmr in de Teekening, doch beftaat w.ezen
• b ^ /O n d e t aan de bladeren e in d ig t t e 1 1 ^
fel en , op dat alles met los g a , is er een
^ * ‘ /4pn Dinnd Knoopje m den D ia a a , duiiue daar afhangt ^
X r e l e g d door h e t v o o r z i g t i g V o g e l t j e , d a ^
. ;,ootte van onze Kwikftaarten heeft. De Draad
zelf beftaat uit AVol van vei-fchillepde K t e
ren, zoo als bet Beestje die gevonden, bnj
elkander gevoegd en met zijn nebbetje tot
. tefoen Draad gewonnen heeft. Hier vaiy ziet
: glj den Draad dan eens wit , dan eens r o p ^
M l