
I I
f:
H IJZER. KWIKZILVER,
met eene milde hand rijkelijk voortgebragt»
Ook ons Vaderland bezit nog zoo veel IJzer*
oehr in Gelderland en aan den rand van Over-
ijsfel, dat het te Deventer en te Deutichem
gezuiverd, gefmolten en tot IJzeren Potten eir
Kanonkogels vergoten woi'dt. :
V . Was het maar aan geene. Roesting
onderworpen!
A. Men fchijnt de kunst • geltend te hebben
om het IJzer daarvoor te bewaren. Vervolgens
zult gij door de Natuur- en Schei-
kunde leeren, waarin het'verroesten, der Metalen
beftaat.
V. Laat ;ons dan tot andere DelfRoffen
overgaan! ' - ■
A. Nog eerst een enkel woord van bet
Kwikzilver, dat, alhoewel niet in ons Vaderland
aanwezig, echter zoo zeer onze op-
merking verdient. ' , , ,
V. . Waardoor ?
A . Piet is het eenigfte Metaal, dat bij do
warmte van den Dampkring gefinolten is , en
zelfs eerst bij de 30 graden onder mil van
FAHRENHEIT tot cen hard vast Ligchaam
overgaat. Het vervliegt boven het Vuur ,
maakt met het Tinblad het bekleedfel of foe-
liefel onzer Spiegelen uit, met Zwavel opge-
heven, ftelt het het Vermillioen daar, in onze
Barometers cn Thermometers- maakt het on§
met de gefteldheid van het Weder bekend.
V, Wai
ZÓÜTEN. KRISTALLEN.
' V . Wat volgt nu?
. A.- Wij kunnen van de Zouten fprekeii, ■
die het menfcheiijk leven zulke -uitnemende dienften
doen en wel bijzonder het Zee- of ge-
wpne Keukenzout. In Duitschland , Polen
en in andere, ver van Zee gelegene plaatfen,
is veel Z o u t, als harde Steen, in den grond
aanwezig, zoo dat men van dit Zout , Steen-
zmt genoemd, aldaar gebruik maakt.
V . Van waar verkrijgen wij ons Zout ?
A. Piet grove Zout, dat in onze Keten
gezuiverd, gerafineerd wordt, wordt uit Frank-
rijk^en Spanje gehaald, want in die Landen
laat men het Zeewater in vlakke kuilen aan
de Oevers loopen, wanneer na de wegdam-
ping van het Water, het Zout, doch nog
zeer oiizuiver, op den grond achter blijft.
V . .Welke zijn de Eigenfchappen van het
Zeezout?
A. Behalve dat het den fmaak aan de meeste
fpijzen geeft, .welke wij gebruiken, dient
het voornamelijk om‘ de fpijsvertering te bevorderen,
en om er opgelegdeii voorraad,
Vleesdi, Visch voor bederf door te bewaren.
tiierom zeide J e z u s tot zijne Apostelen,
die de Wereld voor zedelijk bederf bewaren
moesten: Gij ziji het zout der J a r de,
M a t t h . AX 13. •
V ., AVat is algemeen bij de Zouten ver-
wondeiiijk? - -:
9 - ? F g A. Dat
i i l 1
1 w i l l
: -'tli i
1