
: \h
<-Si8. . N u t . DER B Ó U m S N ;
Boomeii, over derzelver ftrekkiug tot bijzonder®
èinden, ovef derzelvef uit ftekende .dienften]
én groote voordeelen, die zij oiis .aanbrengen»'
V . Hoe verlang ik . iets meer van -„d«;
fmttigbeid onzer ¡Boomen Je ^kennen. ! - '
A. Ik .heb dit ten -flotte' . géfpaard, fe re ij
Wij zullen .in. ons naar huis' wandelen ...hier«
over fpreken.c rDe Wijsheid erii Goedheidvan
:God ; fteken ten zigtbaarftenlidQor. in , de_,qjit
derfcheidene eigenfchappen-¡welke de^Alpag.«
-tige - aan elke foort van ¡-Boomeh ; gaf, o.ib
¡ze tot verfchillende oogmerken'; te laten .¿ier
nen. Zoo leveren ons -de Eikenboouien ; het
beste Hout, om duurzame Schepen, M.oleiT«
-en Huizen te timmeren,' zoowelTbet krpmpy
» als het regte : komt' té ; pas, ' bijzonder ¡ vpfif
de Schepen. ^De Schors :#rfe» jo.nge': Eiken ¡ tot
Run gemalen is een h.oodzakdijk'. vereiscjTte
- om in . de Leerlooijerijeit , der»; HuEden .d.opr
deszelfs , zanientrekkendaife.';Mird.,:: tot ..fteyjg
■ Leér- te ¡bereiden ; en, na hiervooiv uitged.ieijd
!te hebben, ’ is . het „uitnemend .fgefchikt ©mfein
de Tuinpaden geftrooid te worden';, ¡ ¡am-!jl;|et
aanhangen vanfeflljk ; ¡¡bij rtegén', V^Or w ko-
t ¡men. !• ; Doch; daar : de ; ¡¡Boo.iiatjes.. door d^e
berooving van den : Bast/,rÌfcixeny;,.én. .dtiSi^è
: vermènigvtrldiging van . de ¡EikenbooinenA ook
- ¡daardoor"vertraagd wordt,,¡¡doet) men Leteji;?de
i'-gedroogde- ¡BladereQ ¡tot. "datsdad&-;.-te,g&b.®i"
g;-, „ , ■ ' beftj
¡’N T f f '^DER íBG 'OM EU , -y ß i
í’ ken , die niet " minder dan'de'¡Bast het'Iói|i-
jend beginfel-Lezitten , en 'gemakkelijk ©in
• de Bosfchen',-wanneer zij iti den Heifst afrailen,
verzameld kminett worden. De Bi-
‘ 'kcls leveren eert sitmuntend voeder voor -de
Verkens op, eri geveri eert zeer fmakelijk
Spek. -Voorts - dienen ändere fobrten van
Timmerhout als Dennen, Grenen, Esfchert ,
• ijpen, Witblatten, -'enz. tot veelvuldige onderfcheidene
•einden. De Sparrenboom, bij-
■-zonder de«SehOtfche© is'gefchikt om op barre
Zandgroriden - ggplgnt te worden, : het ver-
¡íluiven te beletten , ¡ en -van ¡ deze woeste
■gronden groot voordeel te trekken, -Terpen-
' tijn, Teer, 'Pek zijn wij aan - de Boomen
Verfcbuldigd. Vele'-van onze-zoofegerDfelüke
’“áls fierlijke «Húisgeraden hebben Wij aan» het
fchoon gevlamde--Hout te danken , daar "de
icunftige Schrijnwerker eene - minder fierhjke
- Hsutfoort met Noten , Mahonij-,»'Olijven-,
of Rozenboomenhout belegt. Het ■ harde
Palriihout levert vele Snuisterijen, "Miizijkin-
ilrumenten cn duurzame »Kämmen " in groóte
Faderen, als "in de Molens, op. Groene
Elzen takkebosfchen bij her gebakken Steeri-
"goed in den Oven geworpen, en daar -nfct
• zwarten damp -« verfmeulendej doen hetzelve
" eene blaäiiwe ' kleur aannemén.- " “Van Seheitt-
I’-yyilgen of "PopviHeren "wdrden de • Klompin
t ' ■ gei¡;¡¡