
i
2 0 N N E N EN
®P den wijden Oceaan zieh ook in zijne«
koers naar ^ de Sterren rigt, en welk een
Iiiister zij in ojxze oogen aan de gewelyen
des Plemds bijzetten; moet gij echter nimmer
verwaand denken, dat alles om onzcnt
xyille daar is. Wie heeft Ü znjf een trotsch
■gevoelen geieerd?
V . Zij zullen'' er toch niet te vergeefg.
z i j n ?
A . Zeker niec. Maar, ,bedenk eens, dat
onze Aardbol overal vol levendige Schepfelen
i s , zoo zelfs, dat elke drup water is be-
woond; dat onze Zon behalye dezen Aardbol
ten minften nog 27 Aardbollen verlieht
en verwarmt; dat men onder dezen de Maan
heeft leeren kennen als met eenen Dampkring ^
omgeven,, met Bergen en Valleijen bedekt, eq
Ans ook zeer gefchikt, om even zoo bewoond
en bevolkt, als onzen Aardbol te zijn; is het
dan te dénken, dat die Aardbollen zonder
Bewoners in het Uitfpanfel zweven en Licht
en Warmte te vgrgeefs van de Zon ontvnn-
gen?
V . Neen zeker niet; ik geyoel.het, Dan
immers zouden wij moeten zeggen, dat er
vele wanorde in de Schepping was. Deze
Aardbol zou fchier op elk ftipje van ziing
Oppervlakte bevolkt zijn met eenige Dieren,
die zich in hun beilaan verheugen; en ceng
penigte andere veel grootere Aardbollen
de«
w e r e l d b o l l e n . ä9
dert ledige S t o f klompen zijn, o f flechts in
liet Uitfpanfel, zweVen, om voor ons lichtende
Stipjes te zijn.
A. Ga op die zelfde gronden ddn veidef*,
Onz*e Zon wordt door vele Aardbollen om-
ringd, om dezelve te verliebten en te
verwarmen; duizenden Zonnen zweven er bovendien,
in eenen veel verderen affland in
het Uitfpanfel; doch deze Zonnen hebben
geene Aardbollen rondom zieh, om dezelve
te verliebten. . . .
V . Neen, dat kan niet waar zijn; zeker
wordt elk v a n deze Zonnen ook door Aardbollen
omringd; maar wij zien echter dezen
jiiet?
A. Dat was, niet mogelijk, omdat die
, donkere Aardbollen een geleend, zwak Licht
Diet zoo ver kunnen verfpreiden,
* V , Ik begrijp U ; het L ich t, dat van dezelve
te rug kaatst, kan niet tot ons komen.
O hoe oneindig breidt zieh bier de Schep-
ping voor mijnen geest uit. • Zonnen rohd-
om Zonnen, Aardbollen rondom Aafdbollen,
en deze zeker ook door myriaden Schepfelen
bewoond 1 weik eene Magt, welk eene Wijsheid,
welk eene Goedheid!
A . Uwe Verrukking flieht mij! Alle Ver-
rukkingen over Gods Werken zijn verwon-
derlijk aangenaam voor onze Z ie l, en wars
dank-
I [
II
<1