
Arable, dat tlians als deszelfs Vaderland
ban. worden aangemerkt, zal zijn.. overgebragt.
, Een voornaam Arabier -gebrulkie
het ecrs; een. afkbokfel van.de Vrucht dezes
Booms, om de flapcrigheid voor te komen
bij het houden zijner nachtelijke Bedeflonden.
Anderen, volgdenjiem in dit gebruik na, en
zelfs ztj, die nietbehoefden re-waken, begonnen
er zieh van te bedienen. Van de
Öevers der Roode , Zee bragt men daarop
, de . IvoiFij over naar Medina cn Mecca , en
vervolgens verfpreidde . men dezelve door
alfe. de MahomeJaanfche Landen. In het
midden der zeventiende eeuw wejd zij in.
Europa ingevoerd , en alle natien daarin
fmaak vindende, is de Koffij cen...der alge-
meenfte Dranken geworden. .
V . Waarom hebben niet de Volken van
Europa dezen .Boom, wiens Vrucht,zij zoo
zeer beminnen,. in- hunne Landen geplant ?
A. Alhoewel de Europeanen met jaloer-
fche oogen zagen, dat de Koffijboomen in
Arabie eene , iikgeftrektheid Land van vijftig
niijien in de fengte ' en vijftien o f: twintig. in
de breedte beiloegcn, en dat de -jaarlijkfche-
groote uitvoer,, wel op twaalf millioenen
ponden . te rekenen , geene kleine winfteg
’ gaven , vonde.n. zij zich echter in het aanleggen
van Koffij „ plantagien in luinrie hoop bedrogen,
daar de in den grond gelegde Vrucht
zich
zieh niet ontwikkelde , ' zoodat men iri
het vermoeden kwam, dat de Arabieren fie
Koffijboonen door kokend wafer hef ontkie-
mend ■ vermögen zoudçn bcnomcri hebben.
Doch van deze dwaling werd men verlost,
toen de Hollanders den Koffijboom van Batavia
naar Suriname bragten, alwaar dezelve
-weelderig tierde, en zonder veel nioeite tot
heden wordt .“aangekweekt.
' V . Leer mij den Boom zdven nader
kennen? --
A . Hij groeit van vijftien tot twintig
voeten hoog, de Stam- wordt flechts eenige
d-iiimen dik, en' is met dunne tegen elkan-
fler overftaande Takken bezet, waarvan de
onderfte de Iangfte, de bovenfte de kortfte
.zijn, zoodat de Boom hierdoor eene pirami-
dale gedaante heeft. De Bladeren zijn altijd
groen, en uit derzelver hoeben komen Witte,
aan de Jasmijn gelijkende Bloefems voort , die
eenen, aangenamcn reuk verfpreiden. De
Vrucht is zoo 'groot als eene kleine Kers,
met een week , onfmakelijk , zoetachtig
vleesch. Binnen dezelve zijn twee harde
Korrels, die aan de zijden, met welke zij
aan elkander liggen, vlak en met.een groefje
geteekend zijn. Men noemt ze oneigenlijk
Boonen. .De Boom bloeit tweemaal ■ des
■ jaars en heeft altijd rijpe en onrijpe Vruchten,
Reeds in het tweede jaar levert lift
E f 3 déa