
11! l! jl
gewend ^ kunnen /warden. Daár • wij ons bij'
de ■ Natuur- "tn Kunst drift m der Dieren niet
iang'genoeg kühnen) opbouden, om* van al
dat, verwonderiijke ’ti welk zy opleveren,'
iets/:wezenlyks/ te/zeggen; zoo/ wii ik U
verzoeken de werken / van ■ r e i m a iv u s en
'T'RtMöLT hier.over;te lezen. - / /
Daar de* *Dieren, door hunne Nä*
4uur-- ., en • Kunstdriften noch zieh zelven ,
noch andere Dieren - wijzer en beter maken y
gelijk nwy 'door rede An verftand ' doen kunnen,
.waartoe dienen, zy dan? . .:/,.
’ A. Om zich 'Zelven en' hunne foorten te
onderhouden. Zoo zoeken zij door Natuur-
drift’ de Hoofdiloffe* of* de plaats op, waar zij
leven en voedfei vinden moeten; het bende-
kieken; door eene" Heu uitgebrocid, zal zieh
bij“ de eerfte gelegenheid-te A*Vater begeven;
tle"'Bljev voca-! de/reerfte keer üitvliegeiide,
zal .lerftoud ;de. tlonig./bevattende Bloemen
opzoekén. Zij weten door Natuurdrift zicli
voor hunne, vijanden te beveiligen,. en zieh
■zelven. Onderhond - te werfchaffen, als waartoe
z ij. Hst en wapenen. op de beste wijza
gebruiken... . Door Natuurdrift. . maken / zieh
.fommige Dieren , ; gelijk ; de Bevers , /■ eeile
•künftige woning, bouwen de Vogels voor
hunne Jongen een aardig nest,■ zoeken de
/Vi;sfchen bij Kuitfchieting ondiepe' eu warme
AVaters op ; leggen de Jnfecten hunne eitjes
‘■fe ■•■* .Op
'op ligchamen, waar .van de Jongen künneii
leven. Mét één woörd,. van de web af
die de Spin fcheert om Viiegeii te vangen,
tot aan hSt Vervvoiiderlykst hest der V o g c -
len toe, kunt gij zien, dat de Dieren door
Inflinct weten zieh zelven te onderhouden;
en zich te vermenigvuldigen;
V . Wonderbare gefteldheid ! h o e. gaarrié
\Venschte ik te weten, waardoor de Dierert
zu lk s . vermögen ; wat eigenlyk . dat Inflinct
i s , Waardoor dát verwonderiijke gebeurt;
waardoor de Trekvögels . Weten, Waar zij
heen moeten, en zonder: gids öf* kömpaS
hmme juiste, en dikwijls vorige plaats, ge*
lijk de Ojevaars en Zwaluwen, kunnen viüden?
. ■ ' ' ' '
Á . Altóos prijze ik eené edele weetlust;
maar, wanneer deze in eené zucht naar het
wonderbare en onbegrijpelijke verkeert, zal
men vergeten te onderzoeken, wat wij kun-,
neu te wetey komen; en willen weten, wat
buiten de grenzen ván ohs kehvermogen ligt.
]k wek U op, om met alle opfflerkzaamheid
der Diereri handelingen en gedrag gade te
ilaan, daar Ü elke. Natuur- en Kunstdrift
in verrukking zal brengen Over de Grootheid
fen Goedheid van God; maar vermoei uweri
geest niet met liavorfchlngen van het hoe iit
dezen, daar er zich het diepst denkend ver*
flafld te vergeeis op gefpitst heeft.
M a ,\/ lA
■/:
: 1
:/ )
'Ö!
M)V
3 :)