
L u s »de- echte, Wijsbegeerte . of Filof fie
bedoeld zou hebben, maar hij waarfchuwi tegeti
dc ijdele haarklovefijcn van Griekfche en Ro-
meinfclie Geleerden, , en derzelver dwaze en
verkeerde ftellingen, als: dat , de Wereld bij
toeval ontilaan zou zijn, dat de ilof eeuwig
is , dat de Goden geene regeri ig over dq
b'lenfchen hadden , e i i / dergelijke „ dwalingeij
meer. ■ . , ,
V . Nu gij -fpreekt van , eene:,eeuwige
flof, verwondert het , mij, dat gij , mij niets
van de eerße Schepping gezegd hebt?,.
V. AAfct zou, ik , die niet !weet, hoe^ ze
toeging, U daar van gezegd hebben. , Alles,
wat hier van gezegd i s , en gezegd kan
worden, is flechts de gedachte van dezen
en genen,, die willen uitleggen, wat niet
uitgelegd kan worden. Niets meer. kunnea
wij er van zeggen, dan.de Bijbel. ons daarvan,
, God, fprak en het was er, Hij
gebood en het fipnd er! Ps. XXXIII. 9 .- Hoe
verheven! Men mag het vernuft yan , hun
bewonderen, die door werktnigelijke, krachten
de forming van ’Aardbollen , verklären, men
moet gelijkelijk verbaasd jflaan, hoe groote
verllanden zulke ilellingen kunnen opleveren,
die ons niets verder brengen ; daar wij
toch altijd tot , eene eerfte Almagtige kracht
moeten komen., Alomme orde, zainenftemming,
„onderlinge verbinding en «werking op
,Y ■ eY
elkander, -benevens» doHmatigheid in alle-dee-»
len te vinden,- te erkennen, ep te geveú, en'
echter - eene' toevallige wording -aau « te ne-
roen — ■ welk eene ftrijdigheid voor elk
gezond menfchenverftand, dat zich door eene!
eigene vernuftige ftelling .niet laat vervoeren!
' V. Vat gij ’ dan het berigt,. ’t welk ons'
MOZES van de Seheppiifg geeft, letterliik!
op? "» ' '
A. M oz e s berigt is naar 'de zwakke,
zinnelijke voorftelling der! vroegfte Menfchen
gerigt' en juist gefchikt' om ons van dit
Werk des Almagtigen een #-ootsch denkbeeld
te doen vormen. , Hij voert God iprekende
in , laat op Zijn bevel, de dingen na elkanderen,
ongeveer in dezelfde orde, ontftaan, als
,zij zich elken'Morgen, bij' het aanbreken van
den Dag, uit de duisternis ontwikkelen, opdat
Vvij eiken Morgen ; aan'! dit Werk des
Almagtigen, Alwijzen en Algoeden herinnerd
mögen worden. ' In den beginne fchiep God
kernel en harde; deze is eene grond waarheid;
doch wann¿er¡ cfit begin geweest is , weten
wij niet. .Ook aan onzen Aardbol zal eenen
‘ veel hoogercn Ouderdom, dan van zesdui-
zend jaren moeten worden toegekend; eii
meer dan waarfchijnlijk is liet, dat er.eene
. vroegere bevolking heeft plaats gehad, zoodat
de tegenwoordige gefchiedenis wel tot zes-
duizend jaren gaat, maar niet die dér,Schep>
t ! K k 3 ping9
© fe
ii il
L
Í!