
r
^ X©2 M U Z ljK ,. ECHO. REUR.
bij dooven wel zult hebben waargenofflen#
. Ik heb u reeds gezegd, dat wij naar het
Geluid niet lang behoevep te wachten, daar
het ruim iq o o voeten in eene feconde aflegt»
V, De Lichtftralen prenten de voorwer*
pen, van waar zij komen, op het'Netvlies
en daardoor Zien wij dezelve; en de Luch?
brengt de fchomnaelingen yan het Geluidge*
vend Ligchaam over tot in het Oor en daardoor
Hopren wij de klanken, ■ AVelk eene
-■wohderhare inrigting.. pm ons bekend te maßen
met dingen, welke dikwijls zoo ver van
pns af zijn!
A . Voorzeker,/ En weik ien ftroom van
genoegens vloeit ons ook door beide deze
2intuigen toe! De Muzijk, de Toonkiinst
is toch een evenvdel,:en onzondig vermaak,
als het aanfchouwen van. een fcbooii voorwerp
, en naar hare- bijzondere gefteldheid
wekt zij treffende aandoeningen ip onze ziel op,
V . Wat is eene Echo?
A , Niet anders dan eene weeromkaat*
fing van het Geluid, of van de fphommelin-s
gen der Lupht tegen een hard vast Ligfhaam,
Naderhand hiervan meer,
V . Doe mij nu het Zintiiig des R eu h
kennen!
A , Dit Zintuig is even bdven den mondi
geplaatst, opdat het ons bij het voedfei, da?
# j .gebruiken 'willen, tey Qnderrigtiqg zou
v e t -
•fe"
n e u s . s m a a k . l o f
yerftrekken. Wanneer wij naargaan, hoe on-
.•eindig fijn de riekende uitvloeifels der Ligcha-
men zijn, zoo zeEs, dat zij noch met het
.Microscoop gezien kunnen worden, noch bij
langdurigheid van tijd het Ligchaam. eenigzin®
in gewigt doen verminderen, hoe fijn en ge-
yoelig moeten dan de Reukzenuwen niet zijn;
V . .Dient de Neus alleen om te ruiken?
A. Neen, gij kunt ze eene goot des
,,Hoofds noemen, door welke de verdikte en
fchadelijke vochten uitgeworpen worden» Bo-
vendiep is de Neus voor de ademhaling verordend,
en ook hiervoor is zij van deu
grootften dienst: iihmers hoe lelljk zou het
niet ftaan, zoo wij fteeds den mond geopend
moesten hebben, en hoe nadeelig tevens was
niet .-zulks door de opdrooging der vochten
in den mond, zoo als daardoor zou plaats
hebben? Verder was zulks noodzakelijk,
zou het Kind oiiverhinderd kunnen zuigen,
£11 wij eten, drinken, fpreken, .daar anders
toch de ademhaling zulks elk oogenblik zou
moeten doen afbreken.
V . Al weer eene wijze inrigting, ofli
welke ik nimmer gedacht heb!
A. Her vierde Zintuig, de Smaak, moet
gij ook kennen. Wanneer het fpeekfel zich
met de fpijzen onder de fijnmaling vereenigt,
worden de Smaakzenuwen, die voornamelijk
aan de Tong zijn toegekend , door dezelve
G 4 ge-
(¡7 .