
'n<y G R Ö E T.
ondervinding' even * zoo tot eenen volwasfö«
iien ftaat, als het Ligchaam door fpijs eit
drank gebragt: worden; laat nu het laatfte,
en niet het eerfte ' gebeuren, wat zou dan
het gevolg zijn? / ;
V . Dit laat zich nn gemakkelijk beant-
woorden.' Naar het Ligchaam volwasfen,
en naar ' de ?■ Ziel nog een twee, driejarig’
Kind te zijn, weik eene wanorde moest. niet
hier unit .'geboren .worden! . 7
J, A . Ik behoef er iliets meer.. bij te voegen,
dan ook' bet zedelijk nut, dat in deu
langzamen Groei. des Menfclien gelegen is.,.
U te doen . opmerkenR/ De band tusfchen
Ouders en Rinderen wordt er veel vaster“
en duurzamer door; de hulpbehoevende
ftaat des ‘ Kinds wekt bij Ouders de . edelfte
aandoeningen "o p , en doet de. fchoonfte
pligten. onvermoeid iiitoefenen; Echtgenooteu'
worden er zelfs naauwer doOr aan elkander:
. geftfengeld, en door de kleine huisfelijke za-
menleving wordt de Mensch voor eene
grootere - gevormd;/ .
V . Obk hieraan heb ik te voren niet gedacht!
;.. D an, wat heeft de Mensch, zoo
langzaam groeijende, niet > al noodig, eer luj>
tot den volwasfen ftaat komt! ’
■ A . En weik een overvloed van alles is
er, om' hem alle klagten over gebrek te
benemen! • Zoo lang het Rind hulp behoeft
; V G 'E G S E 'L j ' ■
iioeft in ■. Vokifel, Kleeding, Befcherniing ;■
Opvoeding, zijii beide Vader eri Moeder daat
toe. op hèt ■ völijverigät Werkzaamterwijl
onZe Hemelfche Vader de Moeclef Beftemd ■
heeft om met ' Hemelwelhist háar KrOdst aali
haren eigenen boezem te voederi.'. Eerie-tal«:
looze menigte van oriderfcheidèii Voedfei in
alle Jaarfaifoenen, Spijzen . naar elks keur. eii
fmaak ^ biedfen ■ zieh vervolgens overal aan.
V . Hoe veel Voedfei zou de Menscft
dagelijks behoeven ?
■ A . , Hij zal ten miiifteri .vijf ponden fpijs
eh drank ' dagelijks no odig / hebben, en dug '
in I dertig jaren 54750. ponden Voedfei. ' Ori'i
dfiitusfchen dient, mogelijk alleen ■ het twee*
honderdílé deel van die vijf ponden tot Voe*-
ding, wordende het overige uitgewafemd of
uitgeworpen.
: V . : Wanneet. dan het twéehónderdfte gedeelte
, van vijf ponden dagelijksch Voedfei
i i i .; mijn Ligchaam hi Vleesch verändert, dan
is mijn Ligchaam Gras : ■ want. ‘ wij eten veld
Groenten, ' en de Dieren zelve, die wij eten,
zijn door Gras groot geworden?
A. Is dan dat'gene, waarin ietá veran«
dert, hetzelfde, daf het te voren was, dáii
zoudt ’ gij ook' het Gras , dát door de
verrotting vart Dieren groeit,.,Vleesch kun*
nen noemen? Weet gij niet, dát door de
zamenvoeging. van -eeri veertig tal Grondftof--
I 2 fen
--...............