
■VVasren ’ zljn, dan geiialct kunnen fcorden eli .
van nieuws uit. den- afgehonwenen . Stam .
iiitToopen, gelijk ■ bijzonder bij de Heesters
plaats " heeft; doch dat » andere eene halve
- o f hèele Ecuw tot- hùnne volkomenheid vorderen.
" Dat de Robinia Pfeudo-Acdcia «de
verwonderiijke eigenfchap heeft - vati ' zeer wéd'-
derig op dofre eh met' het "Zeewater nog
doorweekte Zandgrondgn te groeijen, w'aarop
geene andere Boömen kunnen Wasfen..'"Zie
daar Wenige algemeene byzopderhedeh,-UWe
opmerking alzins waardig. ' ' " » © '
■ V.'- Ei Heve zeg mij meer van dezen laatften
Boom, dieff ik voorheen nooit heb hoo-
ren ; noemen ; •. mij dunkt, hij is voor « Ons
Vaderland belangrijk. .
A . In 1797 werden “den Heer mtchielì
in Afcnetie, twaalf Zaden van dezen Boom
in eeneii' brief uit Duitschland toegezonden ,
eU na dezelve gepoot te hebben, zag hij « met
groote blijdfchap derzelver weelderigen-groei,
Verder deze Boomen aankweekende op' onder-
feheidene gronden, ondervond h ij, dat zij
op fchrale Zandgrouden, op gronden, door-
weekt van het ziite der . Zee, voöripoedig
tierden , terwijl het met "andere foorten yan
Boomen , als Wilgeu, Popefe, enz. - verlorene
moeite w as , en ; niet een van dèzeii L e t
houden kon. De groeit zeer fclwlijk,
zoodat hij ia 10 jarea tot ao f so m
V ■ ‘ © ©- . meef
meer voeten . hoogte , o p r ijs t e n ; een’ .-, Smm
yan twee voeten dikte kan verkrijgen , en het
Hout isrzoo hard, dat,het fchier het fcherpe
» Staal, onder d e . bearbeiding weerftaat.
„■•Welke onmetelijke voordeelen,” roept mi-
.c,H 1 IiLi j i i t , kunnen hieruit niet .voort-
fpruiten voor de Proviutieij. van ■ deu oudeu
»Venetiaanfchen Staat, vooral .de Rüsten vau
F r io u ll” En, zouden w,y uit het planten
van dezen Boom in , o.ns „Vaderland niinder .
voordeel te , verwachtgn hebbeu ? , ]
V . .Doe mij „meer kennen |
A. .MVeet dan „verder, dar ver.mits de
beste en fchoonfte nitbreiding een halfropd
maakt , de Boomen ook zulk eene. gedaante
.ontvangen ,. hebben ; iipmers de benedenfte
■ Takken ftrekken zieh met hunue zijtakken
meestal horifontaal u it, terwijl de hoogere, kor-
.tere, zieh verhelfen en dus op de benedenfte,
als eene grondvlakte, een halfrond'vormen;
tevens ■ herinnere ’ ik hierbij, dat de ftand "
der ' Boomen zieh niet naar de helling van
dea grond fchikt, daar zij ook op de af helling
der Bergen regtftjnig in „de hoogte gaan;
wate het anders de fchuins hangende Boomen
zouden onder hunne eigene zwaarte bezwij-
ken, en het gezigt vfin hangende Boomen
^OLi zeer onaangenaam zijn.
V . Wat denkt gij van derzelver Sçkors?
A.» De ‘#chors js voor de Boomen zoo
H 3
t ! fe
i-
i H
'■ ;
:
c i ;
i
'fei
life