
s-4 ' a a r d e ,
gen it zamen vrojijk'ji] hare- wording,'
pn alle de hinderen Cods iuichten. To&
XXXVIII. 7. '
V , Hoe is de Beweging van onzen Aardbol?
A. Zij heeft eene dubbele bevveging! in
pen jaar of 365 dagen en zes uren beweegt
zij zieh rondoin de Zon jn een langwerpig
■Tond, en door dezp beweging ontftaan de
vier Jaargetijden. '
V. De . Aarde is 21 minjoenen mijlen van
de Zon, en in 365 dagen inoet zij in dien
gffland rondloopen: — dit zal zeker met eene
?eer Snelle beweging moeten gefchieden?
A . Gij hebt het wel gevat. . Hoor eerst,
cn gij ^ult, hoe zeer gij oqk reeds eene groo»
te Snelheid vermoedt, nog in verwondering
opgetogen ilaan. In eenen dag, in 24-uren^
moet onze Aardbol 346420 mijlen doorloopen;
In egn uiir 14434 mijlen; in eene minimt
Dog boven de 240 mijlen; in eene feconde
94600 yogten, zoo dat deze beweging nog bij-
na 158 malen fneiler, dan van een Kanonskogel
is! Hoe luistert dit de Goddelijke Al-
magt o p !
V. Onbegrijpelijke Snelheid, mpt welke on- ,
2e Aardbol, zonder ooit uit te rusten, befteur
dig bewogen wprdt; en wij gevoelen däar '
fijets van!
Ook de Liicht, die onzen Aardbol omr
i n g t .
A A R D E , s 5 .
pn v t, wordt mede bewogen, en dus gevoelen'’
wij van de fneüe vlugt oiizes, Aardbols
even min, als van de fchielijke vaart eens
Scbips in ’t welk wij beneden zitten.
V . Welke is de andere Beweging van ou»
zen Aardbol? ^
A. Als om twee vaste punten wentelt
zieh de Aarde in 24 uren van het - Westen,
naar het Dosten om, waardoor het ons toe-
fchijnt, dat Zoll, Maan en Sterren in het -
Dosten opkomen en in het Westen ondergaan.
V . Waartoe deze Bewegingq?
A. Zij brengt. even zoo* over den Aardbol
de vier tijden van den Dag, als de voorgaan-
de die des Jaars.voort; zoo dat door deze
beweging elk 'op zijnen tijd Licht en Duister-
pis keeft, en daardoor de Aardbol alomme
bewoonbaar is.
V . En beide deze Bewegingen duren dS
eepwen door geregeld voort!
A , Denk h i e r aan die Goddelijke belofte;
Voortaan alle de dagen der aarde zullen,
zaaijing en oogst, koude en bittej, zomer en
winter, en, dag en nacht ntet ophouden. G e i
n t e s . VIII. -R2. De dag is uwe, ook is
de nacht uwe: Qij hebt het licht en de
zon hereid. Gij hebt alle de palen der aarde
geßeld. Zomer en winter, die hebt gij
geformeerd. Ps, LXXIV. l ö , 17.
Y - Zeg mij ook iets van de Maan,. die
B 5 - 011«