
. ìp hgt yäe jaar
IQ — i
1 4 en IS SO
T-T^
I van .50
I — IQQ
■ Menfeheñ;
25
:3Q
35
49
45
59
55
60
65
70
75
80
I
I
I —
I —
I —
I —
I —
l —;
í —
I ----
I —
? —
I —
I
200
— lOQ
— 70
50
44
35
30
25
20
15
lo
7
5 tot 4 Menfchen,
V , Sterven er dan overal even >e§l Men-
: fchen?
A . Neen! in goede jaren fterft er op het
Land I van de 40 Menfchen.
In eene kleine Stad j —■ — 32 «— ---- ,
In eene grootepe 1 - — aS -r-——_
,Jn de grootften i ------2 5 ------------- - ,
V , Zoo heeft het Eand veel boven de Ste«
den vooruit!
A, . Het bederf is naar Ziel en Eigchaant
ftceds in de Steden het grootst!
y . Wat denkt glj van het jaar?
fíR A. Gij vraagt dit zeker niet om dat gij
aan het yolks Iprookje van ieep Moordjaar
¡ i
gelooft; in plaats dus van het zotte dier
verouderde ftelling aan te toohen, wil ik U
liever nog op eene treffende bijzonderheid op-
incrkzaam maken. Dat, namelijk, zwangere
Vrouwen minder aan heerfchende ziekten bloot
ftaan, dan andere; en dat z ij, gedurende den
tijd 5 ¿^1 zij als Moeders bare Kinderen zelve zogen,
ouk dat voorregt hebben, en weiniger
Siefveii, din in een ander üjdperk yan’haar
leven. Zoo groot is de Goddelijke Zorg ter
voortplanting van het Menschdom ; , zoo groot
de Liefde yan onzen. Hemelfchen Vader omtrent
Zuigelingen, . die .door; eigene Moeders
gevoed moeten worden, en omtrent'Moeders,
welke niet flecht » genoeg zijn om zieh
met opzet van dien edelen pligt te ontilaan.
V . Ik erkenne het. - r W,at blijft er nu
nog over?
A . Niets meer zal ik er -bijvoegen, dan
U nu nog op te wekken, om U zelven fteeds
nader ' te leeren kennen, en in alles overeen-
komffig uwe ' verhevene waarde als Mensch
te handelcn. Erken dagelijks : „ hoe Groot
„ is God, mijn Maker, in deze zoo fchoone
„ Schepping van Ligchaam en Ziel! AVelk
„ eene verbazcndc ftraal van Majefteit zie ik
„ in mij. Men heeft mij geieerd verbaasd
,, te ftaan ' over mij zelven ! De Mensch is
,, bijna meer dan een Mensch kan begrijpen,
een verwonderlijk wezen'”
II 1
' I
Í
i - ' l "
l 4 Z E S '