
liet voermiddel van' glle voedeñde deelen, dié
planten en Dieren tot groei en onderhouding
noodig hebben - r meest van alie Ligchametí
gefcbikt om alie onreinheden weg te nemen
-r- zamengeñeld uit twee enkelvoudige
Grondftoffen, welke men Zuurßoffe en Water-
f t i f e noemt, als in welke het gefeheiden, en
uit welke het door kiínst voortgebragt kan
worden. ■
V . Het zoo wonderbaar Water is dan
geen Element?
A . Neen : want zoo gij 85 deelen Zuur-
íloflucht en 15 deelen Waterftoflucht door
eene Electrieke vonk aanfteekt en verbrandt,-
zal er net zoq veel Water pntílaan, als die
twee Luchtfoorten wogen. Dus beftaat het
Water uit eene der brandbaarfte, ftoffen, ea
is echter meest brandblusfchendj
V . Een nieuw wonder!
A . Vele znlke wonderen hebben 3e waarnemingen
en d# ontdekkingen in de Natuurkunde
thans geieerd, weshalye ik Ü vooral
vermane deze te beoefenen,
V . Welligt zult gij mij dan ook eenige
van eene andere hoofdftoffe, ik meen het
Vuur, kunnen zeggen? '
A , Onze kennis is in dezen niet minder,
dan in die der vorige hoofdftoffe toegenomen,
Ik zal er, om uwe weetlust tot verder onderzoek
op te wekken, iets van zeggen, De
oorborzaitk
van de Warmte en van hetl Vunf
noemt men Warmteflofe, daar men door Vuur
die groote hitte verftaat^ welke niet flechts
verwarmt, maar ook Licht geeft.- Zoo zegt
men te regt: de Warmte van het hloed; het
Vuur op den haard, in den oven, niet om*
gekeerd. De Warrateftoffe is overal verfpreid ,
en zoo Wel in de koudfte, . als in de heetflie;
Ligchamen aanwezig, doch zoo lang zij iri
rust i s , kan zij niet gemerkt of gevoeld
worden. Doe b. v. een Touw inet een flag
om eenen Boom, en trek met demand, elk.
dc hand aan een , einde geflagen hebbende, :•
hetzelve heen en we6r, zeer fpoedig zal het
Touw o f de Boom, o f beide branden. O f
wrijf'twee Houten tegen elkander, de verbor-:
gene Warmteftoffe.daardoor gaande gemaakt,*
fteekt de beide Houten in brand. Hetzelfde
heeft plaats als gij Staal op eenen ; Steen flaat,;
Voorts merk o p , dat de Warmteftoffe aller--
iijnst , allervioeibaarst is , en hierom dooff
alles heen dringt. Deze eigenfchap verdient-
uwe bijzondere aandacht, want wij kennen
Diets, dat hier in met de Warmteftoffe gelijk?
ftaat. Nooit kunt gij de Warmte opfluiten,
nooit eenig Ligchaam vinden, waardoor * zij
niet dringt. Zij gaat door de weekfte en
door de hardfte, door de donkerfte en door
de doorfchijnendfte Ligchamen.
V . Deze eigenfchap had men wel kunnen:
' ' opi
,