
 
		dek  te  waagen  ;  ook  bleeven  hij  en  zijne  med-  
 gezellen  niet  lang  aan  boord.  Doch  zoo  lang  
 wij  hun  gezelfchap  genooten,  was  het  nodig  
 naauwkeurig  op  hen  te  letten,  alzoo  zij  weldra  
 eenen  diefachtigen  aart  verrieden.  Eindelijk,  na  
 omtrent  drie  of  vier  uuren  aan  de  RefolutiegQ-  
 legen  te  hebben,  verlieten  zij  die  alle  en  begaven  
 zig  naar  de  Ontdekking,  daar  nog  niemand  van  
 hun  geweest  was  dan  een  enkel  man,  die  nu  van  
 dat  fchip  kwam  en  met  de  overige  terftond derwaarts  
 gong.  Toen  ik  dit  zag,  dagt  ik  dat  dee-  
 zen  man  aldaar  iets  ontmoet  was,  hetwelk  hij  
 wist  dat  zijnen  landgenooten  beter zoude  aanftaan  
 dan  hetgeen  hun  aan  ons  fchip  bejegend  was;  
 maar  hierin  was  ik  bedrogen,  gelijk  weldra  zal  
 blijken. 
 Zoo  dra  zij  weg  waren,  zond  ik  eene  floep  af  
 om  agter  in  de  baai  te  peilen;  want,  alzoo  de  
 wind  maatig  was,  nam  ik  voor  het  fchip  tegens  
 den  wal  te leggen,  zoo  ’er eene  bekwaame  plaats  
 konde  gevonden  worden  ,  daar  ik  onzen  arbeid  
 om  het  lek  te  floppen  konde  beginnen.  Het leed  
 niet  lang of alle  de Amerikaanen  verlieten  de  Ontdekking  
 ,  en,  in plaats van  naar  ons weder  te  kee-  
 ren,  roeiden-zij  naar onze  floep f  die  aan  het peilen  
 was.  De  Officier,  die  in  dezelve  was,  dit  
 ziende,  keerde  terug  naar  het  fchip en wierd  van  
 alle  de  kanos gevolgd.  Niet zoo  dra  was  het volk  
 van  de  floep  aan  boord  overgeklommen,  twee 
 van 
 van  hun  in  dezelve  laatende  tot  eene  wagt ,  of  
 enige  van  de  Amerikaanen  flapten  ’er  in.  Sommige  
 hielden  den  twee mannen  hunne  fpeeren voor  
 de  borst;  andere  wierpen  het  touw  ,  waarmede  
 de  floep  aan  het  fchip  vast  was,  los,  en  de  overige  
 tragteden  haar weg  té  boegfeeren;  maar  zoo  
 dra  zij  zagen  dat  wij  ons  gereed maakten.om  hun  
 wederfland  te  bieden,  lieten  zij  haar  los,  flapten  
 uit  dezelve  in  hunne  kanos  over,  en  deeden  ons  
 tekenen  dat  wij  onze  wapenen  zouden  nederleg-  
 gen,  met  een  voorkoomen  van  zoo volmaakt on-  
 verfchillig  te  zijn  als  of zij  niets misdaan  hadden.  
 Dit,  fchoon  een  vrij  flout  fluk,  evenaarde  egter  
 niet  hetgeen  zij  aan  boord  van  de  Ontdekking  onderdaan  
 hadden,  De  man,  die  alle  zijne  landslieden  
 van de Refolutie  naar  het  ander  fchip kwam  
 haaien,  was  eerst  aan  boord  geweest,  daar  hij,  
 door  alle  de  luiken  ziende,  en  niemand  befpeu-  
 rende  dan  den  Officier  die  de  wagt  had,  en  nog  
 eenen  of  twee  andere,  ongetwijfeld  dagt  dat  zij  
 haar  met gemak  zouden  kunnen  plunderen,  vooral  
 naardien  zij  op  enigen  affland  van  ons  lag.  Het  
 was ongetwijfeld  met dit inzigt  dat  zij  zig  alle  derwaarts  
 begaven,  Verfcheideh  klommen  zonder  
 enige  omftandigheid  over,  trokken  hunne mesfen,  
 deeden  tekenen aan  den Officier en het  volk  op  het  
 dek  van  af  te  houden,  en  begonnen  rond  te  zien  
 naar  buit.  Het  eerst  dat  zij  vonden was  het roer  
 van  eene  van  de  floepen,  dat  zij  degeenen  van  
 I  5  hun