
 
		De  groote  woorden-lijst  van  de  Nootkafche  
 taal,  door  den Heer  a n d e r s o n   verzameld,  zal  
 tot eene andere  plaats  befpaard  worden  ( * ) ,  alzoo  
 derzelver  inlasfching  alhier  ons  verhaal  te  veel  
 zou  afbreeken.  Thans  zal  ik  Hechts  hunne  telwoorden  
 uitkippen  tot  voldoening  van  de  zoodanige  
 mijner  leezeren,  die  vermaak  fcheppen  in  
 die  van  verfchillende  volkeren  in  onderfcheiden  
 gedeelten  van  de  waereld  te  vergelijken: 
 Tfawack, Een. 
 Akkla, Twee. 
 Kat'fitfa, Drie. 
 Mo  o f Moo, Vier. 
 Sochach, Vijf. 
 Nofpo, Zes. 
 Atslepoo, Zeven. 
 Atlaquolthl, Agc. 
 Tfawaquulthl, Negen. 
 Haeeoo, Tien. 
 Zoo  ik  het  volk  van Nootka eenen naam  moest  
 geeven  als  eene  onderfcheiden  natie,  zou  ik  het  
 de  Wakashiaanen  noemen,  van  het  woord  wa-  
 kash  ,  dat  zeer  dikwijls  in  hunnen  mond  was. 
 Het 
 Nootka  de  zon  betekenende,  en Vitziputzli,  de  naam  van  
 eene  Mexicaanfche  godheid,  in  de  uitfpraak  vrij  wel met  
 ^Ikanderen  overeenkoomen. 
 C*) Men zal die agter het XIII Deel  vinden. 
 Het  fcheen  toejuiching,  goedkeuring  en  vriend-  
 fchap  uittedrukken,  want  als  zij  voldaan  of  verheugd  
 fcheenen  met  iets  dat  zij  zagen  of mét  enig  
 voorval dat gebeurde, riepen  zij met eenealgemee-  
 ne item  uit  wakask! wakash!  ïk  zal  affcheid  van  
 hun  neemen  met  nog  aantemerken  ,  dat,  naardien  
 zij  in  perfoonen  ,  gewoonten  en  taal  zoo  
 veel  van  de  bewooneren  van  de  Eilanden  in  de^  
 Zuid - zee  verfcbillen,  men  ook  niet  kan  onder-  
 Hellen  dat  de  voorvaderen  van  deeze  volkeren  in  
 eenen  zelfden  ftaffl  vereenigd  zijn  geweest,  of  
 . naauwe  gemeenfchap  met  elkanderen  gehad  hebben  
 ,  toen  zij  uit  hunne  oorfpronglijke  woon-  
 plaatfen  verhuisden  naar  de  plaatlen*  daar  wij nu  
 hunne  nakoomlingen  vinden. 
 Mijn  bericht  van  onze  verrigtingen  in  het Kanaal  
 van  Nootka  zou  onvolkoomen  zijn  ,  als  ik  
 ’er  de  flerrekundige  en  zeevaartkundige waarnee-  
 mingen niet  bijvoegde,  welke,  terwijl  onze  Ithe-  
 pen  aldaar  lagen,  door  ons gedaan  zijn.' 
 Noorder  Breedte* 
 De  Breedte  van  onze  flerrenfchouwplaats  
 naar  de  zon  .  49° 3^  I^I5W; 
 Naar  de  Herren  zuidwaarts  .  49  36  8  36 
 - — .------------noordwaarts  .  49  36  10  30 
 Het  gemiddelde  van  deeze gemiddelde  
 waarneemingen  .  .  49  36  6  47 
 G  4  Oos