3<>2 [ 0 $ . 1778.] R E I Z E NAAR DEN
vierkante opening gelaaten , waardoor het licht
inkoomt; eene deezer gaten dient alleen tot
dit einde, en het ander wordt ook gebruikt
om uit en in te gaan , door hulp van een ladder
, o f' liever eene paal , waarin trapjens gekapt
zijn (*). In fommige huizen is nog een
andere ingang beneden, maar dit is niet gemeen.
Rondom tegens de wanden ter zijde en aan de
einden der hutten hebben de huisgezinnen (want
daar woonen verfcheiden bij elkanderen) hunne
afzonderlijke vertrekken, daar zij flaapen en zitten
te werken, niet op banken , maar in eene
foort van uitgeholde grep, die binnen in het huis
rondom tegens de wanden uitgegraaven, en met
matten bedekt i s , zoo dat deeze plaats vrij or-
dentlijk gehouden wordt; maar met het middenfle
van het huis, dat allen den huisgezinnen gemeen
is , is het geheel anders gefield; want fchoon het
met droog gras bedekt is , is het een riool van
allerleie vuiligheid en de plaats van de pis-bak,
welker flank niet Verminderd wordt door de raau-
we huiden o f leder, die ’er bijna altoos in te
wee-
(* ) De befchrijving van c o x e van de wooningen der
inboorlingen van Oonalashka en de andere Vosfen - Eilanden
in het algemeen, koomt met die van Kapitein c o o k overeen.
Zie zijne Ontdekkingen der Rusfen, Eng. uitg. p. 149.,
Zie ook Hiftoire des diferens peuples foumis cl la dominar
tien des Rusfes, par M. l e v e s q u e . T . I. p. 40, 41.