vrij vast verzeekerd dat wij de eerfle Europeaanen,
waren , met welke zij ooic regtflxeeks omgang
gehad hadden , en het hlijfc fleqhts te beflisfen
van welken kant zij onze waaren door tusfchen-
kooqiende handen gekregen hadden. Daar kan
geen de minde twijfel zijn of zij hebben deeze
dingen, door tusfchenkomst van de meer binnens
lands, woonende natieën , van de Iludfons Baai
o f de vastigheden aan de Kanadafche meiren ontvangen
, tenzij men konne onderflellen (dat egter
minder waarfchïjnlijk isj) dat de Rusfifche handelaars
van Kamfchatka hunnen handel reeds dus
verre hebben uitgeftrekt, of ten minden dat de
inboorlingen van hunne oostlijkde Vosfen -Eilanden
langs de kust met die van Prins fVillems,
Kanaal gemeenfchap hebben (*).
Wat
( * )M u l l e r maakt in zijne beithrijving van b e e r i n g s
reize naar de kust van Amerika in 1741 gewag van eena
omftandigheid , welke deeze vraag fchijnt te beflisfen.
Zijn volk vond ijzer op de Sghumagin - Eilanden , gelijk
men met recht kan optnaaken uit de volgende woorden:
Un fettl horr.me avoit un couteau pendu cl fa ce int ure, qui
parut fort fingulier a nos gens par fa figure. II etoit long
4 e hult poüces, &■ fort épuis, & large a l'endroit m de■
volt ét re. lq pointe. On. ne peut fcavoir quel étoit 11itfagn
de eet outil. Deco.uvertes des Rusfes, p. 274.
Zoo, ’er onder de inboorlingen van dat gedeelte van de
Amerikaanfche kust röeds ijzer was voor de Rusten het ontdekten
en voor ’er enige handel met hun wierd gedreven
yau
Wat het koper belangt , dit fchijnt dit volk
zig zelf te verfchaffen , of het koomt op zijn
' best door weinige handen tot heu; want zij plee-
gen te zeggen dat zij ’er genoeg van hadden,
als zij het te koop bragten, en daartoe weezen
zij op hunne wapenen, als of zij zeggen wilden
dat zij zoo veel van dit metaal hadden, dat zij er
piet meer van nodig hadden.
Het is egter aanmerkenswaerdig dat, zoo de
inwooners van dit Kanaal, langs den weg van
binnenlandfchen tusfehen - handel met de Oost-
‘Kust, van Europifche waaren voorzien worden,
zij nooit bij wijze van mangeling, aan de meer
binnens lands woonende Indiaanen van hunne
zee - otter - vellen gegeeven hebben, die anders
voorzeeker den eenen of anderen tijd omtrent
de Hudfons Baai moesten gezien zijn. Onder-
tusfehen is dit, zoo verre ik weet , zoo niet;
de eenigfte reden, die men er van geeven kan,
is de zeer groote afftand, die, fchoon geen
hinderpaal zijnde dat de Europifche waaren zoo
verre koomen, als zoo weinig gemeen zijnde,
egvan
Kamfchatka, welke reden kan 'er dan zijn om in het
minst te twijfelen dat het volk van Prins JVillems Kw a a l,
Zoo wel als dat van de Schumagins-Eilanden, dit metaal van
de eenigfte waarfchijnlijke bron, de Eurapifcbe volkplantingen
op de noord - oost - kust van dit vast land, gekregen
hebben ?