
 
		huid  gedraagen.  Het  was gelapt met  ftukken van  
 zijden  ftoffe,  en  zijne  muts was  verfierd met  twee  
 of  drie  foorten  van  glazen  koraalen.  Zijne  klederen  
 doornat  zijnde,  gaf  ik  hem  andere,  die  hij  
 met  zoo  veel  ongedwongenheid  aantrok  als  ik  
 konde  gedaan  hebben.  Uit  zijn  gedrag  en  dat  
 van  enige  andere  waren  wij  overtuigd  dat  voor  
 dit  volk de  Europeaanen  niet  vreemd  waren,  zoo  
 min  als  enige  van  derzelver  gewoonten.  Maar  
 daar  was  iets  aan  ons  fchip  dat  hunne  nieuwsgierigheid  
 grootlijks  opwekte,  want  zij,  dieniet  
 in  kanos  af konden  koomen ,  verzamelden  op  de  
 nabuurige  bergen,  om  dezelve  te  bekijken. 
 Bij  laag  water  het  anker  geligt  en  het  fchip  
 in  de  haven  geboegfeerd  hebbende ,  ankerden wij  
 op  negen vademen water  in  eenen  grond  van  zand  
 en  flijk.  Kort  daarop  geraakte  de  Ontdekking  
 ’er  ook  in.  Nu  wierd  ’er  eene  groote  floep  afgezonden  
 om  water te haaien,  en  eene  kleine om  
 den  zegen  te  trekken  ;  maar  wij  vongen  flechts  
 vier  forellen  en  enige  andere  kleine  visfchen. 
 Kort  na  dat  wij  ten  anker  gekoonien  waren,  
 bragt  een  inboorling  van  het eiland  nóg  een  diergelijk  
 gefchrift  aan  boord  als  reeds  aan Kapitein  
 CLERKE  gegeeven  was.  Hij  bood het  mij  aan 4  
 maar  het  was  in  de  Rusflfche  taal  gefchreven,  
 die,  gelijk  ik  reeds gezegd  heb,  niemand  van  ons  
 leezen  kon,  Alzoo  het  voor  mij  van  geen  gebruik  
 kon  zijn  en  voor  anderen  misfchien  va»  
 P  4  be