STILLEN OCEAAN. [April 1778.] ig
*er naar te kijken, hetgeen wij niet zouden verzaagt
hebben van hunne algemeene onverfchillig-
heid en onoplettendheid.
Den agttienden kwamen ’er enige vreemdelingen
in zes of agt kanos in de bogt, daar zij
qns enigen tijd lang .bleeyen bekijken , waarna
zij vertrokken zonder aan een van de fchepen
aan te leggen. }Vij gisten dat onze oude vrienden,
die thans t^lr^jker hier omtrent waren dan
deeze nieuwe bezoekers, hun piet yvilden toe-
■ Jaaten enige ge.meenfchap met ons pe houden.
Het was bij deeze en veele andere gelegenheden
haarblijklijk dat de bewooners .van de omliggende
,jlreeke?n yan het J^anaal ons geheel voor zig-
zelyep hieldep, of, als zij formijds vreemdelingen
niet wederhielden yan met ons te handelen, wissen
zij dpn handel voor hun zoodanig te bellieren,
dat de prijs van huppe yyaaren altijd wierd
gaande gehouden, terwijl de waeyde van de onze
dagelijks -verminderde. Wij bevonden ook dat
vf^ele van de yoornaamlle inboorlingen, die digt
hij ons woonden, eenen handel dreeven met afgelegen
er ftammen, in de waaren, die zij van
ons ingeruild hadden; want wij merkten op dat
zij dikwijls voor vier of vijf dagen agter den
anderen verdweenen , en dan met nieuwe laa-
dingen van yellen en merkwaerdigheden terugkwamen,
waarop ors volk zoo verzot was, dat
zij altoos eene goede markt maakten. Maar wij
dee