Bladz.
Eiland. Een fraaie vogel befchreven.
Kodiak- en de Schumagin-Eilanden. Een
Rus/ifche brief door eenen inboorling aan
boord gebragt. Gisfingen daar over.
Rots-Punt. Heilbot-Eiland. Een bran•
dende berg. Gevaar, waarin de fchepen
onvoorziens koomen. Aankomst te Oona-
Jashka. Omgang met de inboorlingen van
hetzelve. Een tweede Rus/ifche brief.
Samganoodhka • Haven befchreven. . aoi
A G T S T E HO O F D S TU K .
Koers Noordwaarts. De eilanden Öonella
en Acootan. Ooneemak. Ondiepte van
het water langs de kust. Bristol - Baai.
Rond - Eiland. Kalm - Punt. Kaap Newen-
Jiam. De Luitenant w i l l i a m s o n gaat
(tan land en zijn bericht. Bristol-Baai
en derzelver uitgejlrektheid. De fchepen
zijn genoodzaakt terug te keeren wegens
banken. Daar koomen inboorlingen aan
de fchepen. Dood van den Heer a n d e r som.
Zijn karakter. Een eiland naar
hem genoemd. Rodney - Punt. Slede-
Eiland en aanmerkingen bij het landen
aldaar. Kings - Eiland. Pr;ns van Wales,
Kaap,
Bladz.
Kaap , het westlijk eind van Amerika.
Koers westwaarts. Men ankert in eene
baai op de kust van Afia, • *3 4
N E G E N D E 'H O O F D S T U K .
Gedrag van de inboorlingen, de Tfchutski,
op het zien van de fchepen. Omgang
met enige van hun. Hunne Wapenen.
Hunne Perfoonen. V*rfier zelen. Kledij.
Winter- en zomer - Wooningen. De fchepen
fleeken de firaat over naar de kust
van Amerika. Vaart Noordwaarts. Kaap-
Mulgrave. Ijs-velden. Ligging van Ijskaap.
De zee geheel met ijs gefopt.
Zee-Paerden gedood en tot proviand gebruikt.
Befchrijving van deeze dieren.
Afmeetingen van een van dezelve. Kaap
Lisburne. Vergeeffche pooging om door
het ijs te koomen op enigen affland van
de kust. Aanmerkingen over de formee-
ring van dit ijs. Aankomst op de kust
van Afia. Noord-Kaap. De verdere voortzetting
van de reis wordt tot het volgend
ja ar uit gefield. . • 2 64
TIEN*