
 
		Het  land  is,  uitgezonderd  op  fommige  plaatfetf  
 digt  aan  zee,  overal  van  eene aanmerklijke  hoogte  
 eri  heuvelachtig;  maar  de  berg Edgcumbe  fteekt  
 verre  boven  alle  de  andere  bergen  uit.  Hij  was  
 geheel  met  fneeuw  bedekt,  gelijk  alle  de  andere  
 hooge  bergen;  maar  de  laage  bergen  en  de vlakker  
 ftreeken,  langs  de  zee,  waren  zonder  fneeuw  
 en  met  hout  bedekt. 
 Noordwaarts  vorderende  vonden  wij  de  kust  
 van  Kaap  Edgcumbe  zes  of  zeven  mijlen  N.  en  
 N.  O.  te  ftrekken  en  aldaar  eene  groöte  baai te  
 vormen.  In  den  mond  van  die  baai  liggen  enige  
 eilanden  ,  waarom  ik  haar  de  Eilanden-Baai  
 noemde.  Zij  ligt  op  570  20'  Breedte  (*)  ,  en  
 fcheen  zig  in  verfcheiden  armen  te  verdeden,  
 van  welke  een  naar  het  zuiden draaide,  eri  waar-  
 fchijnlijk  gemeenfchap  zal  hebben  met  de  baai  
 aan  de  oost-zijde  van  Kaap  Edgcumbe,  en  het  
 land  van  die  Kaap  tot  een  eiland  zal maaken.  Des  
 avonds  ten  agt  uuren  lag de Kaap Z.  O.  }  Z . ;  de  
 Eilanden  Baai  N.  530  O.  en  een  ander  kanaal ,  
 voor  hetwelk ook  enige eilanden  liggen N.  520  O.  
 vijf mijlen  van  ons.  Ik  bleef N. N. W.  §  W.  eri 
 N. 
 CD  Het  fchijnt  dat  de  Spanjaards,  in  het  jaar  1775,  in  
 deeze  zelfde  baai  hunne  haven  gevonden  hebben,  die  zij  
 de  los  Remedios  noemen.  De  Breedte  is  naauwkeuriglijk  
 dezelfde,  en  in  hun  dagverhaal  wordt  gezegd  dat  zij  wordt  
 gedekt  door  eene  lange  rei  van  hooge  eilanden.  Zie  Miscelu  
 lanies  van  Daines  Barrigten,  p.  503,  504. 
 N.  W.  ten  W.  ftuuren  ,  gelijk  de  kust  ftrekte,  
 met  eene  fraaie  koelte  uit  het  N.  O.  en  helder  
 weder. 
 Den  derden,  des  morgens  ten  half  vijf  uur,  
 k g   de  Berg  Edgcumbe  Z.  540  O .;  een  breed  kanaal  
 N.  50°  O.  zes  mijlen  van  ons,  en  de  naaste  
 land-punt  in  het  N. W .,  onder  eenen  zeer  hoo-  
 gen  fpitfen  berg  liggende  ,  die  den  naam  van  
 Mooi Weder Berg  ('Mount Fair IVeather)   kreeg,  
 lag  N.  3 2°  W.  Het  kanaal wierd Kruis - Kanaal  
 genoemd,  omdat  de  dag,  waarop  het  eerst  gezien  
 wierd,  in  onze  almanakken  aldus  genoemd  
 wordt.  Het  fcheen  zig  in  verfcheiden  takken  te  
 verdeden  ,  welker  breedfte  noordwaarts  draaide.  
 De  zuid-oost-punt  van  dit  kanaal  is  een  hoog  
 voorgebergte  ,  dat  den  naam  van  Kruis - Kaap  
 kreeg.  Het  legt  op  570  57'  Breedte  en  op  2230  
 21'  Lengte.  Op  den  middag  k g   het  in  het Z. O.  
 van  ons,  en  de  punt  onder den  fpitfen  berg,  die  
 Kaap  Mooi  Weer  genoemd  wierd  ,  N.  ten  W.  
 §  W .,  op  den  afftand  van  dertien mijlen.  Onze  
 Breedte  was  nu  58  17'  en  onze  Lengte  2220  14',  
 en  wij  waren  drie  of  vier  mijlen  van  land.  In  
 deeze  ligging  bevonden  wij  de  afwijking  van  de  
 kompas-naald  van  240  11  tot  26°  11  Oostiijk. 
 Hier  verliet  ons  deNoord-Oosten  wind  en  wierd  
 opgevolgd  door  ligte koeltjens  uit  het N. W .,  die  
 verfcheiden  dagen  aanhielden.  Ik  ftuurde Z. W.  
 en W.  Z.  W.  tot  den  volgenden  morgen  ten  agt  
 H  3  uu