ten omgang met de fchepen te hebben. Stormachtig
en regenachtig weder. Men vaart het
Kanaal om. Gedrag van de inboorlingen op
hunne dorpen,. Hunne wijze van visch te
droogen, enz. Aanmerklijk bezoek van vreemdelingen
en plechtigheden, waarmede z ij in-
neleid worden. O Tweede bezoek in een van de
dorpen. Verlof om gras te fnijden gekogt.
De fchepen gaan onder ze il, Gefchenken over
en weder -bij het fcheiden.
hans gelukkiglijk eene zoo uitneemendefchuil-
plaats voor de fchepen gevonden hebbende in
een kanaal, welks kusten bewoond fcbeenen
door een gedacht van menfchen, wier vreedzaam
gedrag eenen vriendfchaplijken omgang be*
loofde, liet ik , den volgenden morgen, na dat
ik het anker had laaten vallen, geen tijd verloren
gaan om eene gemaklijke haven te zoeken, daar
wij, geduurende ons verblijf in het Kanaal, zouden
kunnen liggen. Ik zond ’er dan drie gewapende
floepen, onder het bevel van den Heer
K iN G , op u it , en kort daarop vertrok;ik zelf
in eene kleine floep tot hetzelfde einde. Ik had
weinig moeite om te vinden hetgeen wij nodig
hadden. Aan de noord-west-zijde van den arm,
waarin wij ons thans bevonden , en niet verre
van de fchepen, vond ik eene goede kleine bogt,
zeer gefchikt tot ons oogmerk. De Heer icing
flaagflaagde
ook wel; want op den middag kwam hij
terug, en berichtte dat hij eene nog betere ha*
yen gevonden en opgenoomen had aan de noordwest
zijde van het land. Dan alzqo ’er meer
tijd zoude vereischt geworden zijn om de fchepen
derwaarts te brengen dan naar de bogt daar
ik geweest was, die onmiddelijk binnen ons bereik
was, bepaalde deeze reden mijne keuze ten
yqordeele van de laatfte plaats. Egter vreezende
dat wij niet in Aaat zouden zijn voor den avond
de fchepen derwaarts te brengen en behoorlijk
vast te meeren , vond ik het raadzaamst te blijven
daar wij waren tot den volgenden morgen;
en, om geen tijd te verliezen, befteedde ik het
overige yan den dag tot het een en ander nuttig
\yerk; ik liet de zeilen van de raas afllaan , de
Hengen flrijken en de fokkemast van de Refo-
lutie onttakelen, en hetgeen verlieten was her*
Hellen.
Daar zworven den geheelen dag veele kanos
ipet inboorlingen rondom de fchepen, en weldra
yqng ’er een koophandel tusfchen hen en ons
aan, die aan wederzijde met de naauwgezetfle
eerlijkheid gedreven wierd. De goederen , die
?ij |0. koop bragten, beflonden in vellen van ver-
fchillende dieren, als van beeren, wolven, vqs-
ffn, rheeën, rakoons, buntflngs, marters, en in
het bijzonder van zee-otters, die aan de eilanden
ten oosten van Kamfchatkd gevonden worden.
A a Be