
 
		Sommige van de  vrouwen hebben behaaglijke aan-  
 gezigten,  en  veele  zijn  gemaklijk  van  de mannen  
 te  onderfcheiden  door  haare  trekken,  die  tederer  
 zijn;  maar  dit moet  voornamelijk  verftaan  worden  
 van  de  jongere  of  van  middelbaaren  ouderdom.  
 De  kleur  van  enige  der  vrouwen  en  der kinderen  
 is wit,  doch  zonder  rood  ’er  onder gemengd.  En  
 fommige  der  mannen,  die naakt  gezien  wierden,  
 waren  van eene bruinachtige  of zwartachtige  tint,  
 die  zij  zig  niet  wel  met  verw  konden  gegeeven  
 hebben,  want  zij  befchilderden  hun  lighaam niet. 
 Hunne  gewoone  kledij  (want  mannen,  vrouwen  
 en  kinderen  zijn  eveneens  gekleed)  is  eene  
 foort  van  digt  wambuis  of  kiel,  gemeenlijk  tot  
 de  enkels  nederhangende,  fchpon  fomtijds  flechts  
 tot  de  knieën.  Boven  in  dezelve  is  een  gat,  juist  
 groot  genoeg  om  ’er  het  hoofd  door  te  fteeken ,  
 met  mouwen  ,  die  tot  de  vuist  reiken.  .  Deeze  
 wambuizen  zijn  van  de  vellen  van  verfchillendö  
 dieren  gemaakt,  de  meeste  van  die  van den  zee«'  
 otter,  graauwen  vos,  rakoon,  en bosch-marter,  
 veele  van  robben  vellen  ,  en  zij  worden  in  het  
 gemeen  met  de  hairige  zijde  naar  buiten  gedraa-  
 gen.  Sommige  hebben  ook  wambuizen  am  van  
 vogelen-vellen  gemaakt,  waaróp  alleen  het  dons  
 gebleven  i s ,  die  zij  op  andere  zelfilandigheden  
 lijmen.  Wij  zagen  ook  een  of  twee  wollen  klederen  
 gelijk  die  te Nootka.  Op  de  naaden,  daar  
 de  yellen  aan  malkan deren  genaaid  zijn,  zijn  zij 
 f   3  6«*