352 Ifffi.] REIZE NAAR BEN
het grootst van de Schumagin - Eilanden is 5
want het had geen naam op de kaart, die hij
vertoonde. De naaröen van alle de andere eilanden
wierden daaruit genoomen, en wij fchreeven
die neder, gelijk hij die uitlprak. Hij zeide dat
zij zoodanig waren als waarmede de inboorlingen
zelve die benoemden ; maar , als dit waar is*
fchijnen fommige van de naamen zonderling veranderd
te zijn. Het is aanmerkingswaerdig dat
’er geene naamen bij die eilanden gezet waren#
welke i smy lo f f ons zeide dat uit 'de kaart
uitgeveegd moesten worden, en dit befchouwde
ik als enige bevestiging dat zij niet beftaan.
Ik heb reeds aangemerkt dat het vaste land
van Amerika hier door de Ruslen zoo wel als
bij de eilanders Alaschka genoemd wordt, welke
naam, fchoon hij eigenlijk flechts dat land toebehoort
dat aan Ooneemak grenst, door hen
gebruikt wordt, als zij van het vast land van
Amerika in het algemeen fpreeken, hetwelk zij
zeer wel weeten een groot land te zijn.
Deeze zijn alle de narichten, welke ik van
dit volk ontvong betreklijk de kennis van dit gedeelte
van de waereld, en ik heb reden om te
gelooven dat dit ook alle de onderrigting was
die zij in ftaat waren mij te geeven ; want zij
verzeekerden mij herhaalde reizen dat zij yan
geene andere eilanden wisten dan die, welke
op deeze kaart geplaatst waren , en dat geen
Rus
Rus ooit enig gedeelte van Amerika ten Noorden
gezien had dan dat * hetwelk over hét land
der Tfchutskis ligt.
Zoo st asiil i N niet grovelijk misleid was,
Wat kon hem dan bewoogen hebben om eene
kaart uittegeeven , die zoo zonderling verkeerd
Was, en op welke veele van deeze eilanden in
eene regelmaatige verwarring te zaamen geiknsd
zijn, zonder de minde achting voor de waarheid?
En egter behaagt het hem dezelve een zeer naauw-
keurig kaartjeb te noemen (*). Het is eene
kaart, waaronder de onwèetendfte van zijne on-
Weetende zeevaarende landslieden zig zoude fchaa-
fnen zijnen naam te zetten.
De Heer i smyloff bleef bij ons tot den een
en twintigften, in den avond, wanneer hij zijn
laatile affcheid nam. Ik beval eenen brief aan
de Heeren Commisfarisfen van de Admiraliteit
zijner zorge aan, waarin eene kaart gefloten was
van alle de Noordlijke kustèn , die ik bezogt
had. Hij zeide dat ’er in de volgende lente gelegenheid
zoude zijn, om den zei ven naar Kam• '
fchatka of Okotsk te zenden, en dat hij den volgenden
winter te Petersburg zoude zijn. Hij gaf
mij een brief voor den Major b ehm, Gouverneur
van Kamfchatka , die zijn verblijf te Bok
fcheretzk houdt, en eenen anderen voor den bevel
C ) S t ^ë h l In New Northern Archipelags, p. ïg.
H L D e e l * Z