
 
		kleur  grijpen  voorzeeker  plaats  in  de  verfchil-  
 lende  tijdperken  van  hun  leven.  Die welke zeer  
 jong  waren  hadden  bruin  hair,  dat  grof  was,  
 met  zeer  weinig  dons-hair  ’er  onder,  maar die,  
 welke  van  de  grootte  waren  van  den  geheelen  
 z e e -otter,  dien  wij  bekwamen,  en  dien  wij  zoo  
 even  befchreven  hebben,  hadden  eene  aanmerk-  
 lijke  hoeveelheid  daarvan,  en de  zee-otters fchij-  
 nen  in  dien  Haat  en  van  die  kleur  te  blijven  tot  
 zij  hunnen  volkoomen  wasdom  bereikt  hebben.  
 Daarna  verliezen  zij  hunne  zwarte  kleur  en  nee-  
 men  eene  donker  bruine  of roet - kleur  aan, maar  
 dan  hebben  zij  eene  groote  hoeveelheid zeer  fijn  
 dons  en  naauwlijks  eenig  lang  hair.  Andere,  
 welke  wij  vermoedden  dat  nog  ouder  waren,  
 waren  kallanjebruin,  en  Wij  zagen  enige Weinige  
 vellen  ,  die  eene  volkoomen  geele  kleur  aan-  
 genoomen  hadden.  Het  bont  van  deeze  dieren,  
 gelijk  het  in  de  Rusfifche  berichten  befchreven  
 wordt,  is  zeeker  zagter  en  fijner  dan  dat  van  
 alle  andere  dieren,  die  wij  kennen,  waarom  de  
 ontdekking  van  dat  gedeelte  van  het  vast  land  
 van  Noord - Amerika,  daar  een  zoo  kostbaar  ar-  
 tijkel  van  koophandel  te  vinden  i§,  geene  onver-  
 fchillige  zaak  kan  zijn 
 De 
 ( * )   De  Heer goxe  bericht  ons,  op  gezag van  den Heer  
 p a l  l a   s  ,  dat  de  oude  en  middelbaare  zee* otter-yellen  
 door  de  Rusfen,  te  Kiachta  ,  aan  de  Chineezen  verkogt  
 C  5  wor.