
 
		gemaakt  heeft,  ook  heeft  hij  van  geen  een  ge-  
 fprooken,  dat  zij niet bezitten.  Tot verdedigend  
 wapen  draagen  zij  eene  foort  van  wambuis,  o f  
 malie-kolder,  van  dunne jatten gemaakt,  die met  
 zenuwen  bij  elkanderen  gebonden  zijn,  hetgeen  
 dezelve geheei  buigzaam  maakt,  fcboon  zoo digt,  
 dat  ’er  geene  pijl  of vverp-fchicht door kan.  Zij  
 dekt  alleen  het  lijf,  en  kan  niet  onvoegzaam vergeleken  
 wórden  bij  een  vrouwen  keurslijf. 
 Alzoo  geen  van  dit  volk  in  de  baai  woonde  
 daar  wij  ten  anker  lagen  of  daar iemand  van  ons  
 volk  landde  ,  zagen  wij  ook  geene  van  hunne  
 wooningen,  en  ik  had  geen’  tijd  om  ’er  naar te  
 zoeken.  Van  hun  huisraad  bragten  zij  in  hunne  
 booten  enige ronde  en  eironde platte houten  fcho-  
 tels mede,  en  andere  van  eene rolronde  gedaante,  
 die  veel  dieper  waren.  De  zijden  waren  uit  een  
 ftuk  gemaakt,  dat  rond gebogen was,  gelijk  onze  
 fpaanen  doozen,  fchoon  dik,  net  vast  gemaakt  
 met riemen, en  de  hodems met kleine houten pennen  
 ’er  in  gezet.  Andere  waren  kleiner  en  van  
 eene  fierlijker  gedaante,  enigzints naar eene  groo-  
 te  eironde  faus-kom  gelijkende,  zonder  hand-  
 vatzel,  maar  ondieper,  van  een  ftuk  hout  of van  
 eene hoornachtige  zelfftandigheid gemaakt.  Deeze  
 laatfte  waren  fomtijds  net  befneden.  Zij  hadden  
 veele kleine  vierkante  zakken,  van  dezelfde darm-  
 vellen  als  hunne  boven-kielen  gemaakt,  netjes  
 met zeer kleine r09de  vederen doorweeveu j waarin 
 enietiige  
 zeer  fijne  zenuwen en  bundels  klein  koofd,  
 van  dezelve  gemaakt  en  zeer  fraai  gevlogten,  
 bewaard  wierden.  Zij  bragten  ook  veele  veelkleurige  
 mandjens*  zo o digt  gevlogten  dat zij  water  
 konden  hoüden,  enige  houten  modellen  varf  
 hunne  kanos,  eene  groote  menigte kleine  houten  
 beelden  vier  of  vijf  duimen  lang  ,  van  hout  o f  
 opgeftopt,  die  met  een  ftukjen  bont  bedekt  waren  
 en  met  ftukken  van  kleine  flag-pennen  vef-  
 fierd j  in  navolging van  hunne  koraalen  van  fchul-  
 pen  ,  met  hair  op  hunne  hoofden  vastgemaakf.  
 O f  deeze  flechts  fpeelgoed  voor  de  kinderen waren  
 dan  of  zij  in  eerbied  gehouden  wierden,  als  
 hunne  overleden  vrienden  verbeeldende  ,  en  tot  
 het  een  of  ander  bijgeloovig  gebruik  gebezigd  
 wordende,  konden  wij  niet  bep'aalen.  Maar  zij  
 hebben veele werktuigen, van  twee  of drie hoepels  
 of evenmiddenpuntige ftukken  hout  gemaakt,  mee  
 eene dwarsch  balk  in  het midden  vastgemaakt,  om  
 dezelve daaraan  vast  te  houden.  Aan  deeze  is een  
 groot  getal gedroogde lepaden  fchulpetf met draa-  
 den  vastgemaakt,  die  tot  een  ratel  dienen  en  een  
 luid  gedruis  maaken  ,  als  zij  dezelve  fchudden.  
 Deeze  uitvinding  fchijnt  de  plaats  te  bekleeden  
 van  het  ratel - vogeltjen  te Nootka,  en misfchiert  
 worden  beiden  bij  dezelfde  gelegenheden  gebruikt 
 Met 
 (* )   De  ratel-bal,  door  s t e l l e r ,  digt  bij  dat  kanaal