
 
		uuren,  wanneer  wij  wendden  en  op  het land  aan  
 hielden.  Op  den  middag  was  onze  Breedte  58“  
 22'en  onze  Lengte  220°  45'.  Mooi Weder  Berg  
 de  fpitfe  berg  boven  de Kaap  van  dien naam,  lag  
 Noord  63° O .,  en  de wal  onder  denzelven  twaalf  
 mijlen  van  oqs.  Deeze  berg  ,  die  op  58°  52'  
 Breedte  en  op  2220  Lengte,  en  vijf  mijlen  bin-  
 nens  lands  lig t,  is  de  hoogde  van  eene  keten,  
 o f  liever  van  eene rug  van  gebergte,  die  aan  den  
 noord-wester  mond  van  Kruis-Kanaal  beginnen  
 en  naar  het  N.  W.  loopen  ,  evenwijdig  met  de  
 kust.  Dit  gebergte  was  geheel  met  fneeuw  bedekt, 
   van  deszelfs  hoogden  top  tot  de  zee-kust,  
 uitgezonderd  op  enige  weinige  plaatfen,  daar wij  *  
 boomen  konden  befpeuren,  die  ,  als  het  ware,  
 uit  de  zee  opreezen,  en  die  wij  daarom  onderleiden  
 dat  op  laag  land  groeiden,  of  op  eilanden  
 ,  welke  langs  de  kust  lagen  (*).  Ten  vijf  
 uuren  in  den  agtermiddag  ,  zijnde  wij  toen  op  
 58°  53'  Breedte  en  op  220°  52'  Lengte,  vertoonde 
 ( * )   Volgens  mu l l e r   kwam  b e e r i n g   op  de  kust  
 van Noord-Amerlka  op  58°  28'Breedte,  en  hij  befchrijft der-  
 zelver  voorkoomen  aldus:  P AspeEt  du  païs  étoit  effraiant  
 par  fes  hautes  montagnes  couvertes  de  neige.  De  bergketen  
 o f berg-rug,  met  fneeuw  bedekt,  van  welke  Kapi.  
 tein  goor  alhier op  dezelfde  breedte  melding maakt,  koonu  
 naauwkeuriglijk  overeen  met  hetgeen  door  b e e r i n g   gezien  
 is.  Ziet  mu l l e r   voyage  &   découveries  des  Rusfes  
 p.  248—254. 
 toonde  zig  de  top  van  eenen hoogen berg  boven  
 den  horizont  in  het  Noorden,  26°  W .,  en,  gelijk  
 wij  naderhand  bevonden,  op  veertig  mijlen  
 afftands.  Wij  zagen  denzelven  aan  voor beerings  
 Berg Elias,  en  hij  is  ook  op  onze  kaart met dien  
 naam  getekent. 
 Wij  zagen  deezen dag  verfcheiden  walvisfchen,  
 zee - honden  en  bruinvisfchen  ,  veele  meeuwen  
 en  verfcheiden  troepen  van  vogelen,  die  eenen  
 zwarten  ring  om  den  kop  hadden  ,  den  tip  van  
 den  ftaert  en  het  bovenfte  gedeelte  van  de  vleugelen  
 met  eenen  zwarten  band,  en  het  overige  
 van  boven  blaauwachtig  en  van  onderen wit.  Wij  
 zagen  ook  eenen  bruinachtigen  eend  met  eenen  
 zwarten  of  donker  blaauwen  kop  en  hals  op  het  
 water  drijvende. 
 Slechts  ligte  windjens  en  van  tijd  tot  tijd  ftilte  
 hebbende,  vorderden  wij  langzaam,  zoo  dat  wij  
 ons  op  den  zesden  op  den  middag  eerst  op  de  
 Breedte  van  590  8'  en  op  de  Lengte  van  220°  19'  
 bevonden.  De Mooi  Weder  Berg  lag Z. 6$° O.  
 van  ons,  en  de  Berg  Elias  N.  30° W .,  terwijl  
 het  naaste  land  omtrent  agt  mijlen  van  ons  af 
 was.  In  de  ftreek  van N.  47°  van  deeze Plaats  
 was  bet  voorkoomen  van  eene  baai en een  eiland  
 op  de  hoogte  van  de  zuid-punt van  dezelve,  dat  
 met  hout  bedekt  was.  Hier  onderdel  ik  dat  
 Commandeur  b e e r in g   ten  anker heeft  gelegen.  
 De  Breedte,  die  59°  18'  is ,  koomt vrij  wel met  
 H  4  *