
 
		358  [ 0 5 ?.  1778.]  R E I Z E   naar  den 
 het  jaar  1776 •>  en  zullen  in  1781  terugkeeren,  
 zoo  dat  zij  ten  minsten  vier jaaren  op  het  eiland  
 zullen  blijven. 
 Het  is  nu  tijd  om  enig  bericht  van  de  natuurlijke  
 inwooneren  te  geeven.  Volgens  allen  fchijn  
 zijn  zij  het  vreedzaamst,  onfchadelijkst  volk  dat  
 ik immer  ontmoetede.  En  in  eerlijkheid  kunnen  
 zij  tot  voorbeelden  dienen  voor  de  befchaafdfte  
 natieën  op  den  aardbol.  Doch  uit  hetgeen  ik  van  
 hunne  nabuuren  zag,  met welke  de  Rusfen  geen*  
 omgang  hebben,  twijfel  ik  o f  dit  hun oorfprong-  
 lijke  aart z ij,  en  geloof  eer  dat  het een  gevolg  is  
 van  hunnen  tegenswoordigen  ftaat  van  onderwee  
 ping*  Ja>  zoo  enige  van  onze  heeren  de Rusfen  
 niet  kwalijk  verft on den  ,  waren  zij  genoodzaakt  
 geweest  geftrenge  voorbeelden  te  ftellen  
 voor  zij  de  eilanders  in  orde  hadden  kunnen  brengen. 
   Zoo  ’er  in  het  eerst  geftrenge  ftraffen  geoefend  
 zijn,  kan men  die  best  daardoor  verontfchul-  
 digen  dat  zij  de  gelukkigfte  gevolgen  gehad  hebben  
 ,  en  thans  heerscht  ’er  de  beste  eensgezindheid  
 tusfchen  de  twee  natieën.  De  inboorlingen  
 hebben  op  elk  eiland hunne  eigen  opperhoofden,  
 en  fchijnen  vrijheid en eigendom  ongefchonden  te  
 genieten.  Doch of zij  den  Rusfen  fchatting moeten  
 opbrengen  konden  wij  nooit  te  weeten  koomen. 
 Zie  de  bijzonderheden  van  de  vijandlijkheden  tufl.  
 fchen de  Rusfen  en  inboorlingen  bij  c o x  e.