
 
		Ten  négen  uufett  bevonden  wij  dat  het  een  
 eiland  was,  van  omtrent  negen  mijlen  middellijn, 
   liggende  op  56°  10'  Breedte  en op  £02° 45  
 Lengte;  het  is  op  onze  kaart  betekend  met  den  
 naam  van  Mistig- Eiland,  naardien wij ,  uit des-  
 zelfs  ligging,  reden  hadden  te  gelooven  dat  het  
 hetzelfde  is-,  aan  hetwelk  beu r in g   dien  naam  
 gegeeven  heeft.  Op  dien  tijd  warén  drie  o f  vief  
 eilanden,  voor  eene  baai  liggende,  welke  door  
 de  kust  van  het  vast  land  gevormd  wierd,  N.  
 ten W . ;  eene  punt  met  drie  o f vier  ipitfe rotfen  
 op  dezelve,  die  Spitfen-Punt  genoemd  wierd,  
 lag  N. W.  ten W . ,  en  eene  groep  eilandjens  o f  
 klippen ,  omtrent  negen  mijlen  van  de  kust  liggende, 
   in  het  Z.  Z.  Oosten. 
 Op  den  middag,  toen  onze  Breedte  56°  <>'  en  
 onze  lengte 2010  45' waren,  lagen  deeze  klippen  
 Z.  58' O .,  tien  Èngelfche mijlen  van ons,  Spitfen-  
 'Punt N. N. W. zeven mijlen;  het naaste  gedeelte  
 van  het  vaste  land N.  W.  ten W.  zes mijlen;  en  
 het  verder  uitfteekend  land  in  het  Z.  W.  ,  dat  
 het  voorkodmen  van  een  eiland  had  ,  W . ,  een  
 weinig  Zuidlijk.  In  den agtermiddag  hadden wij  
 weinig  o f  geen  wind  ,  zoo  dat  onze  voortgang  
 van  weinig  beduidenis  was.  Des  avonds  ten  
 agt  uuren  ftrekte  zig  de  kust  uit  van  Z. W.  tot  
 N.  N.  O.,  het  naaste  gedeelte  omtrent  agt  mijlen  
 van  ons* 
 Den  zeventienden  was  de  wind  tusfchen  het  
 O  2  W*