
 
		zigers  ter  zee  o f  te  land,  in  eene  domme  en  
 bijgeloovige  eeuw  ,  toen  men  aan  het  beftaan  
 van  veele  onnatuurlijke  en  wonderbaarlijke  dingen  
 geloofde,  menfchen  gezien hadden,  op  deeze  
 wijze  opgefchikt,  zonder  hen  zoo  nabij  te  hebben  
 kunnen  koomen  om  te  zien  wat  het  ware,  
 zij  gereedlijk  zouden  geloofd  hebben,  en  in  
 hunne  reisbefchrijvingen  andere  zouden  hebben  
 willen  doen  gelooven  dat  ’er  een  geflaqht  van  
 menfchen  beftond  ,  die  half  mensch  half  beest  
 waren,  en  nog  des  te  meer,  als  z ij,  behalven  
 de  koppen  van  dieren  op  de  fqhouders  van menfchen  
 ,  de  lighaamen  van  hunne  mensch-mon-  
 fters  met'  vellen  van  dieren  hadden  gedekt  gezien 
 De  eenigfte  kleeding  onder  het  volk  van Noot-  
 "ka  ,  die  wij  gezien  hebben  dac  bijzonder  voor  
 den’  oorlog  gefchikt  is  ,  is  een  dikke  gevoêrde  
 lederen  mantel,  die,  aan  zijne  grootte,  het  bereid  
 vel  van  eenen  eland  of buffel  fchijnt  te  zijn.  
 jpeeze'n  maaken  zij  op  de  gewoone  wijze  vast,  
 en  hij  is  zoo  gemaakt  dat  hij  de  borst  tot  den  
 hals  toe  kan  bedekken  ,  terwijl  hij  bijna  tot  de  
 hielen  nederhangt,  Somtijds  is hij  konftig  in  verfchei 
 (* )   Deeze  aanmerking  kan  de  bewonderaars  van  h e r o -  
 p o T ü s   in  het  bijzonder  eene  uitneemende  verfchooning  
 opleveren  voor  fommige  van  zjjne  wonderbaarlijke  vertellingen  
 vatt  dcezen  aart.