
 
		3©ö  1 7 7 8 .]   R E Ï Z E   NAAR   DEN 
 Het  is  dezelfde  land - punt,  welke  wij  op  den  
 elfden  Augustus  voorbij gezeild  waren.  Z ij,  die  
 onbepaald  aan  des  Heeren  s tæhl i n s   kaart  geloofden  
 ,  dagten  toen  dat  het  de  oostlijke  punt  
 van  zijn  eiland  Alushku  was ;  maar wij waren  nu  
 overtuigd  dat  het  niets  anders  is  dan  het  oostlijk  
 voorgebergte  van  Afia,  en  waarfchijnlijk  de  eigenlijke  
 Tfchukotskoi  No fs,  fchoon  het  voorgebergte, 
   welke  BEERiNG  dien  naam  gaf,  verder  
 naar  het  Zuid-Westen  is. 
 Schoon  de  Heer  m u l l e r   op  zijne  kaart  van  
 de  Rusfifche  Ontdekkingen  de  Tfchukotskoi  Nofs  
 ten  naastenbij  op  750  Breedte plaatst,  en  dezelve  
 een  weinig  ten  Oosten  van  die  Kaap  uitftrekt,  
 fchijnt  het  mij  egter  toe  dat  hij  geene  goede  
 redenen  had  om  zulks  te  doen;  zijn  eigen  bericht  
 z e lf,  of  liever  dat  van  deshnef f  
 van  den  afftand  tusfchen  de  Nofs  en  de  rivier  
 Anadir  ,  kan  niet  overeengebragt  worden  met  
 deeze  noordlijke  plaatflng.  Doch  alzoo  ik  deeze  
 ftreeken  andermaal  hoop  te  bezoeken,  zal  ik  de  
 beredeneering  van  dit  ftuk  tot  dien  tijd  ver-  
 fchuiven.  Ondertusfehen  moet  ik  ,  gelijk  bb e r 
 ing  reeds  voor  mij  gedaan  heeft,  befluiten 
 dat 
 CO  Avec  le vent  le plut favorable  on petit  aller par mer  
 de  cette pointe  (des Tfchuktschis) jusqu'à  f  Anadir  en  trqis  
 fois  vingt  quatre  heures,  &   par  terre  le  chemin  ne petjê  
 être  guerre plus  long.  M u l l e r ,  p.  13«