
 
		en West,  is  vier  graaden.  Deeze  zijn  de  eilanden  
 ,  welke  de  Heer  ism.y loff  zeide  dat  viei*  
 graaden  meer  Oosclijk moesten  geplaatst worden,  
 dat  hier  gefchied  is.  En  op  de  plaats  ,  die  zij  
 in  mijne  kaart  beflaan  ,  was  eene  groep  ,  be-  
 ftaande  uit  tien  kleine  eilandjens,  die  men  mij  
 zeide  dat  geheel  uitgeveegd moesten worden,  en  
 ook  twee  eilanden,  tusfchen  dezelve  en  de groep,  
 waar  toe  Oótialashka  behoort,  liggende.  In  de  
 plaats  van  deeze  twee  was  een  eiland  gebragt,  
 dmoghta  genoemd,  dat  op  de  kaart  op  51°  
 45'  Breedte  en  op  40  Lengte  naar  het  Wes-  
 ien  ligt. 
 Daar  behoeft  niets  meer gezegd  te  wordefi om  
 te  toonen  hoe  verkeerd  de  ligging van  veele  van  
 deeze  eilanden  kan  zijn,  waarvoor  ik  in  geener-  
 leie  wijze  verantwoordlijk ben  *  maar de  ligging  
 van  de  grootfie  groep  ,  Van  welke  Oonalashka  
 een  van  de  voornaamfte  eilanden  i s ,   en  het  
 eenigst,  waarin  eene  haven  i s ,  is  zoodanige  
 dwaaling  niet  onderworpen.  De  meeste  van  
 deeze  eilanden  zijn  door  ons  gezien,  en  bij  ge.  
 volg  zijn  derzelyer Breedte  en  Lengte  vrij  naauw-  
 keürig  bepaald,  bijzonderlijk  de  haven  van  Seint*  
 ganoodha  in  Oonalashka,  dat  als  een  vast  punt  
 moet  aangezien  worden.  Deeze  groep  eilanden  
 kan  gezegd  worden  zig  uitteftrekken  tot  de Heit-  
 hot - Eilanden,  die  veertig  mijlen  O.  N.  O.  van  
 Oonalashka  liggen.  Binnen  deeze  eilanden  was 
 op 
 op  i s m y loff s   kaart  een  doortogt  getekend,  
 die  met Briftd-Baai gemeenfehap  had,  hetwelk  
 omtrent  vijftien  mijlen van  de  kust,  die  ik  onderle 
 id   had  tot  bet  vast  land  te  behooren,  in  een  
 eiland  hervormt,  dat  met  den  naam  van  Oonee~  
 mak  wordt  onderfebeiden.  Deeze  doortogt  kon  
 ons  gemaklijk  ontgaan  zijn,  alzoo  wij  vernamen  
 dat  het  zeer  fmal en  ondiep  is  en  alleen  met  floepen  
 en  zeer  kleine  vaartuigen  kan  bevaaren  
 worden. 
 Het  bleek  uit  de  kaart,  zoo  wel  als  uit  het  
 getuigenis  van  i sm y l o f f   en  de  andere  Rusfen,  
 dat  dit  zoo  verre  is  als  hunne  landslieden  enige  
 ontdekkingen  gedaan  of  zig  uitgebreid  hebben  
 zedert  b e e r  in  os  tijd.  Zij  zeiden  alle  dat  ’er  
 geene  Rusfen  zig  zoo  verre  Oostwaarts  hebben  
 ter  nedeE  gezet  als  de  plaats,  daar  de  inboorlingen  
 bet  gefchrift  aan  Kapitein  c l e r k e   over*  
 gaven  ,  hetwelk  de  Heer  i smy l of f   ,  wien  ik  
 het  overgaf,  en  die  het  las,  zeide  dat  te Oomd-  
 nak  gefchreven  was.  Het  was  egcer  van  hem 
 dat  wij  den  naam  van  Kodiak  (*)  hadden  ,  dat 
 'h e t 
 C*)  Daar  was  een  Rusfisch  fchip  te  Kodiak  geweest  in’  
 het  jaar  1776.,  gelijk  blijkt  uit  een  handfchrifc,  door  den  
 Meer  SEN'NASiT  medegedeeld  Q*~). 
 (*)  Denklijlt wordt  hier-  da  reis  van  dsüter bragiw-  
 bedoeld,  waarvan  b a l l a s   in  het  lïde  Deel  der  Neuen  
 Nordiföhen  Bey trage  een  uktrekzel  heeft  uitgegeevèn;