
Amoghta zij (*_) ; want na dat i smy l of f het
verbeterd- had , vertoonde zig geen land op de
kaart op deeze Breedte ; maar, gelijk ik reeds
gezegd heb, wij moeten geene naauwkeufigheid
in deeze kaart zoeken*
Ten elf uuren, terwijl wij Noord-Oostwaarts
ftuurden, ontdekten wij eene hooge klip als een
toren, vier mijlen in het N. N. O. i O. Zij ligt
op de Breedte van 530 57' en op de Lengte van
1910 a , en was op de Rusfifche kaart niet te
zien ( t ) . Wij moeten haar in den nacht zeer digt
zijn voorbij gezeild. Wij konden over haare
fteilheid oordeelen uit deeze omftandigheid dat
de zee, die nu zeer hol ftond, nergens brak dan
te-
(*') Op de kaart van de reizen van k r e n i t z en La*
v a sheff in 1758 en 1769, die men in het werk van den
Heer c o x e vindt , ligt een eiland , Amuckta genaamd,
niet verre van de plaats, welke door Kapitein Cook aart
Ameghta gegeeven wordt.
( f ) Schoon deeze klip niet getekend ftond op de Rusfifche
kaart van i sm y l o f f , vindt men dezelve egter op de
kaart van de reizen van k r e n i t z en l e v a s h e f f , hier
boven genoemd. Die kaart ftemt ook met die van Kapitein
c o o k overeen omtrent de algemeene ligging van deeze
groep eilanden. De zonderling uit- en inloopende kusten
van het eiland Oonalashka zijn op beiden de kaarten om.
trent evenseens getekend. Deeze omftandigheden zijn waer-
dig aangemerkt te worden , alzoo de nieuwere Rusfifche
kaarten van deezen Archipel zoo wondeibaarlijk gebrekkig
zijn.
tegens de klip. Ten drie uuren in den agter-
middag, na dat wij Oonalashka in het gezigt
gehad hadden, minderden wij zeil en loefden op*
geen tijd hebbende om voor den avond door den
doortogt te geraaken. Den volgenden morgen,
met het aanbreeken van den dag, liepen wij
voor den wind af met onze Onder-zeilen en gereefde
top-zeilen, hebbende eenen zeer Herken
ftooker uit het W. N. W. met zwaare rukwinden,
van fneeuw verzeld. Op den middag waren wij
in het midden van de Straat tusfchen Oonalashka
en Oonella, terwijl de Haven van Samganoodha
eene mijl in het Z. Z . O. lag* Ten drie uuren
na den middag, doof de Straat zijnde, en vrij
van de eilanden , terwijl Voorzienigheid-Kaap
twee o f drie mijlen in het W. Z. W. lag, ftuurden
wij Zuidwaarts met dubbeid gereefde topzeilen
en onder -zeilen,* met den wind uit het
W. N. W . , eenen fterken ftooker en mooi
weder.
Op maandag den tweeden November liep dé
wind Zuidwaarts, en woei, voor het nacht was,
eenen hevigen ftorm * die ons noodzaakte een
bijlegger te maaken* Be Ontdekking deed ver-
fcheiden fchooten, welke wij beantwoordden,
doch zonder te weeten waarom zij gedaan wier-
den. Ten agt uuren verlooren wij haar uit het
gezigt en zagen haar niet weder vöor den Volgenden
morgen ten agt uuren. Ten tien uuren
XI* D eel. B b kmam