
 
		kers,  die  ’er  als priemen  uit  daken,  en  een  ander  
 deed  zijn  best  om  ’er  eene  groote  koperen  knoop  
 in  te  fteeken. 
 De  mannen  befchilderen  dikwijls  hunne  aan-  
 gezigten  helder  rood,  en  zwart,  en  fomtijds  
 bkauw  en  lood-kleur;  maar  niet  met  regelmaa-  
 tige  figuuren,  en de  vrouwen  tragteden  hen  enig-  
 zints  natevolgen,  door  de  kin  te  prikken  of  te  
 verwen  met  zwart ,  dat  ©p  elke  wang  in  eene  
 punt  uitloopt,  een  gebruik  zeer  veel  gelijkende  
 naar  dat,  hetwelk  bij  de  Groenlandfche  vrouwen  
 heerscht,  gelijk  wij  uit  c r a n t z   leeren  ^  
 Haare  lighaamen  zijn  niet  befcbilderd  ,  hetgeen  
 misfchien  moet  toegefchreven  worden  aan  de  
 fchaarschheid  van  de  nodige  doifen  ,  want  alle  
 de  verwen,  die  zij  in  blaazen  te  koop  bragten,  
 waren  in  zeer  kleine  hoeveelheid.  Ik  heb  over  
 het  geheehinergens  Wilden  gezien,  die  zig  meer  
 moeite  geeven  dan  dit  voik  om  hunne  perfoonen  
 optefieren,  of  liever  te  mismaaken. 
 Hunne  booten  o f  kanos  zijn  van  tweeërleie  
 fbort,  de  eene  groot  en  open,  en  de  andere  klein  
 en  bedekt.  Ik  heb  reeds  gezegd  dat  in  eene van  
 de  groote  booten  twintig  vrouwen  en  een  man  
 waren,  behalven  de  kinderen.  Ik  onderzogt  de  
 wijze  hoe deeze gebouwd was  aandachtig,  en  vergeleek  
 dezelve  met  de  befchrijving  van  hetgeen 
 C R A N T Z 
 G )   C r a n t z   I  Deel. 
 c r a n t z   de  groote  of vrouwen-boot  in  Groenland  
 noemt,  en  bevond  dat  zij  op  dezelfde wijze  
 gebouwd  waren,  duk  bij  duk,  met  geen  ander  
 verfchil  dan  in  de  gedaante  van  den  voor-  en  
 agterdeven  ,  voornamelijk  van  den  eerden  ,  die  
 enigzints  naar  den  kop  van  een’  walvisch gelijkt.  
 Het  geraamte  bedaat  uit  dunne  Hukken  hout,  
 waarover  de  robben - vellen  of  vellen  van  andere  
 groote  zee-dieren  getrokken  zijn,  om  de buitenzijde  
 uittemaaken.  Het  bleek  ook  dat  de  kleine  
 kanos  van  dit volk omtrent  van  dezelfde  gedaante  
 en  van  dezelfde  bouwdoffen  gemaakt  zijn  als die  
 door  de  Groenlanders  en  Esquimaux  gebruikt  
 worden  (*");  ten  minden  is  het  verfchil  niet  van  
 veel  belang.  Sommige  voeren,  gelijk  ik  reeds  
 gezegd  heb,  tweemannen.  Zij  zijn  breeder  naar  
 evenredigheid  van  hunne  lengte  dan  die  van  de  
 Esquimaux,  en  de  voordeven  is  omgekruld,  omtrent  
 als  de  kop  van  een  viool. 
 Hunne  wapenen  en  hun  jagt-  en visch-tuig zijn  
 dezelfde,  waarvan  bij  de  Esquimaux  en  Groenlanders  
 word  gebruik  gemaakt;  het  is  ook  onr  
 nodig  eene  bijzondere  befchrijving  van  dezelve  
 te  geeven  ,  alzoo  zij  alle  zeer  naauwkeurig  be-  
 fchreven  zijn  bij  c r an t z   ( f ) .   Ik  z a g ’er geen  
 een  bij  dit  volk  ,  waarvan  hij  geene  melding 
 ge- 
 C r a n t z   I  Deel. 
 ( f )   Ibid.  Hij  heeft  ’ er  eene  afbeelding  van  gegeeveiï.