
 
		kaap  en  zeilden  tusfcben  dezelve  en  twee  of drie  
 hooge  klippen,  die  omtrent  eene  mijl  ten  Oosten  
 van  dezelve  liggen,  door. 
 Kort  na  dat  wij  dit  kanaal,  waarin  wij  veertig  
 vademen  water  vonden,  door  gevaaren  waren,  
 loste  de  Ontdekking,  die  nu  twee Engelfche  mijlen  
 agter  ons  was,  drie  kanon - fchoóten,  ihk  
 op  den  wind  en  deed  fein  om  ons  te  lj>reeken.  
 Dit  ontrustte  mij  niet  weinig,  en,  alzoo  wij.  
 geen  fehijn  van  gevaar  befpeurd  hadden  in  het  
 doorvaaren  van  het  kanaal,  was  ik  bevreesd  dat  
 ’er  enig  ongeluk,  gelijk  het  krijgen  van  een  lek  of  
 iets  diergelijks,  gebeurd  ware.  Ik  zond  onrnid-  
 delijk  eene  floep  naar haar  toe,  die  in  korten  tijd  
 met  Kapitein  c l e r k e   terug  keerde.  Nu  ver-  
 ftond  ik  van  hem  dat  enige  inboorlingen,  in  drie  
 o f  vier  kanos,  die  het  fchip  enigen  tijd  gevolgd  
 waren,  eindelijk  tot  onder  den  fpiegel  van  hetzelve  
 gekoomen  waren,  wanneer  een  van  hun  
 veele  tekenen  gedaan  had,  zijne  muts  afneemen-  
 de  en  buigende,  op  de  wijze  der  Europeaanen.  
 Men  fmeet  hem  een  touw  uit  het  fchip  toe,  
 waaraan  hij  een  dun  houten  doosjen  vast maakte,  
 en,  dit  veilig overgebragt  ziende  en  iets  gefproo-  
 ken,  en  nog  enige  tekenen  gedaan  hebbende,  
 zakten  de  kanos  agter  uit  en  verlieten  de  Ontdekking. 
   Niemand  aan  boord  had  enig  vermoeden  
 dat  ’er  iets  in  het  doosjen  ware,  tot  na  het  
 yertrek  via  de  kanos,  wanneet  het  hij  toeval 
 geopend  wierd  en  men  ’er  een  ftukjen  papier  in  
 vónd,  zorgvuldig  opgevouwen,  waarop  iers  ge-  
 fchreven  ftond,  naar  men  onderftelde  in  de Rus-  
 lifche  taal.  Het  jaartal  1778  ftond  ’er  boven,  
 en  in  het  midden  van  den  text  wierd  van  het  
 jaar  1776  gefprooken.  Terwijl  wij  niet geleerd  
 genoeg  waren  om  het  alphabet  van  den  fchrijver  
 te  ontcijferen,  zagen  wij  egter  duidelijk  uit  zijne  
 talletters  dat wij  in  het  bezoeken  van dit akelig  
 gedeelte  van de waerelddoorandere waren voorgegaan, 
   die  nog  door  meer  banden  aan  ons  verbonden  
 waren  dan  die  van  onze  gemeene natuur,  
 en  de  hoop  van  weldra  enige  van  de  Rusfifche  
 kooplieden  te  zullen  ontmoeten  kon  niet  anders  
 dan  eene  gevoelige  blijdfchap  verwekken  bij  
 hen,  die,  zulk  eenen  langen  tijd  alleen  met  de  
 Wilden  van  den  Scillen  Oceaan  en  van  het  vast  
 land  van  Noord-Amerika  hadden  omgegaan. 
 Kapitein  c l e r k e   was  eerst  van  gedagten  dat  
 hier  enige  Rusfen  fchipbreuk  zouden  geleden  
 hebben,  om  en  dat deeze  ongelukkige,  ons  fchip  
 voorbij  ziende  vaaren,  dit  middel  gebruikt  zouden  
 hebben  om  ons van  hunnen  toeftand kennis  te  
 geeven  (*j).  Door  menschlievendheid  gedreven, 
 ( * )   H e t  is  v o o r z e e k e r   een  v e r zu im   g ew e e s t   dat  c  o  o  k  ,  
 voorneemens  z ijn d e   d e   n o o rd lijk fte   kus ten   v an   A fia   te  b e v 
 a r e n ,   en  d e   eilanden  d ie   tu s fch en   d e e z e   en , Am e r ik a   lig - 
 ü   5   g e n .