
148 tM elj 1778.] R E I Z E na a r f ik*
bezogten terwijl wij in het kanaal lagen, waretr
gemeenlijk niet boven de gewodne grootte, fchoon
Veele beneden dezelve waren. Zij waren vierkant
of breed van fchouderen en van borst, en de on-
evëiiredigfte gedeelten van hun lighaam waren
hunne hoofden, die Zeer groot waren, met korte
dikke halzen, en breede, over het geheel pratte,
aangezigten. Hunne dogen , fchoon niet klein
Zijnde, waren naauwlijks in evenredigheid van de
grootte van hunne aangezigten, en hunne neuzen
hadden volle ronde punten, krom of aan de tip
opgebogen. Hunne tanden waren breed, wit,
van gelijke grootte en gelijk gezet. Hun hair
was zwart, dik, fluik en fterk, en hunne baarden,
over het algemeen, dun of geheel ontbree-
kende; maar de hairen omtrent de lippen waren
bij degeenen , die dezelve hadden, ftijf of borftel-
achtig en dikwijls bruin van kleur. En verfchei-
den van de oudfte hadden zelfs groote dikke , maar
regt nederhangende baarden.
Schoon z ij, over het algemeen, overeenkoo-
men in de gedaante van hunne perfoonen, en in
grootte van hoofd, is ’er egter eene aanmerklijke
verfcheidenheid in hunne wezenstrekken ; maar
weinige kunnen gezegd worden fraai te zijn,
fchoon hun gelaat gemeenlijk een groot deel levendigheid,
goedaartigheid en opregtheid te kennen
geeft; en egter hadden fommige een vo o f -
Jtoomen van verdrietigheid en agterhoudenheid.
S 0C3"
SX* . CIY.**
m m
MAN Y M ' T i p S W l i l E I S I A N A A L