
 
		den  de  floepen  en  kwamen  ’er  digt  b i j ;  maar  
 bet  ketfen  van  een  fhaphaan  op  de  pan,  of zelfs  
 enkel  het  aanleggen  op  een  van  hun  deed  hen  
 in  een’  oogenblik  naar  den  grond  gaan.  Hec  
 wijfjen  verdedigt  haare  jongen  tot  het  uiterfte,  
 en  zelfs  ten  koste  van  haar  eigen  leven  ,  hetzij  
 in  het  water  of  op  het  ijs.  Ook  zal  het  jong  
 zijne  moeder  niet  verlaaten  ,  fchoon  zij  reeds  
 dood  is,  zoo  dat,  als  men  de  eene  doodt,  men  
 van  het  ander  zeeker  is.  De  moeder  houdt,  als  
 zij  in  het  water  i s ,  haare  jongen  vast  tusfchen  
 haare  voor-vinnen. 
 De  Heer  p e n n a n t   heeft  eene  goede  be-  
 fchriiving  van  dat  dier  gegeeven  in  zijne  Synop/is  
 of quadrupeds,  p.  335  en  in  zijne  A r  Bic  Zoo -  
 logy N°.  72 ,  onder  den  naam  van  Noorder Walrus; 
   maar  nergens  heb  ik  eene  goede  afbeelding  
 van  hetzelve  gevonden.  Waarom  zij  zee -paerdeiu  
 genoemd  worden  is  moeijelijk  te  zeggen,  tenzij  
 het  woord  horfe  eene  verbastering  zij  van  het  
 Rusfisch morze,  want  zij  hebben  geene  de minde  
 gelijkenis  naar  een  paerd.  Dit  is  ongetwijfeld  
 hetzelfde  dier  dat  in  de  golf  van  Se.  Laurens  
 gevonden  wordt  en  aldaar  zee-ltoe  genoemd  
 wordt.  Het  gelijkt  zeeker  meer  naar  eene  koe  
 dan  naar  een  paerd,  maar  deeze  gelijkenis  beftaat  
 nergens  anders  in  dan  in  den  fmoel.  In  kort,  
 het  is  een  dier  als  eene  robbe,  maar  onver~  
 gelijklijk  grooter.  De  afmeetingen  en  de  zwaarte  
 S  5  van