
 
		bezig  dan  enige  andere.  Hij  zeide  dat  hij  op  
 den  twaalfden Meij  1771  van Balfcheretzk  gezeild  
 was  in  een  Rusfisch  fchip  naar  een  van  de Kuri-  
 lifche  Eilanden  ,  Mareekan  genaamd,  op  de  
 Breedte  van  47 °  •>  daar  eene  haven  en  eene  
 Rusfifcbe  post  is.  Van  dit  eiland  gong  hij  
 naar  Japan  ,  daar  hij  maar  korten  tijd  fchijnt  
 geweest  te  zijn;  want  toen  de Japanners  te wee-  
 ten  kwamen  dat hij  en  zijne  reisgenooten  Christenen  
 waren,  gaven  zij  hun  tekenen  dat  zij  heen  
 moesten  gaan,  maar,  zoo  verre  wij  verftonden,  
 deeden  zij  hun  geene  belediging of geweld.  Van  
 Japan  gong  hij  naar  Canton  ,  en  van  daar  in  
 een  Fransch  fchip  naar  Frankrijk.  Uit Frankrijk  
 reisde  hij  naar Petershurg en  wierd  daarna wederom  
 naar  Kamfchatka  gezonden.  Wat  ’er  van  
 het  fchip  geworden  z ij,  waar  mede hij  eerst  uitvoer, 
   konden  wij  niet  verneemen,  even  zoo min  
 als  wat  het  voornaamst  doelwit  van  de  reis  ge-v  
 weest  ware.  Dat  hij  geen  woord  Fransch  kon  
 fpreeken  maakte  deeze  historie  een  weinig  ver-  
 dagt.  Hij  kende  zelfs  de  naamen  niet  van  de  
 gemeenfte  dingen,  die  alle  dag,  in  gebrpik moe-?  
 ten geweest  zijn  terwijl  hij  aan  boord  en  in  Frankrijk  
 was.  En  egter  fcheen  hij  juist  omtrent  den  
 tijd  van  zijne  aankomst  op  verfchillende  plaatfen  
 en  van  zijn  vertrek  van dezelve,  dien  hij  in  fchrift  
 ter  neder  Helde  (*).  j}en 
 (? )  Of i sMYLOFF  is  zelf  een  reisgenoot  van  den  berug. 
 Den  volgenden  morgen  wilde  hij  mij  gaerne  
 een  gefchenk  gedaan  hebben  van  een  zee-otter  
 v e l,  dat,  zeide  hij,  in  Kamfchatka  tagtig  roebels 
   waerdig  was.  Ik  vond  egter  goed  het  te  
 weigeren  \  maar  ik  nam  een  weinig  gedroogden  
 visch  aan  en  verfcheiden  manden  van  de  Lelie-  
 o f Saranna - wortel,  die  in  de historie  van  Kamfchatka  
 in  het  breede  befchreven  wordt.  In  den  
 agtermiddag  verliet  ons de  HeerisMYLOFF  met  
 al  zijn  gevolg,  na  met  Kapitein  c l e r k e   het  
 middagmaal  gehouden  te  hebben,  beloovende  
 binnen  weinige  dagen  terug  te  zullen  koomen.  
 Hij  gaf  ons  dan  op  den  negen  en  twintigften  
 wederom  een  bezoek  en  bragt  de  bovengenoemde  
 kaarten  met  z ig,  welke  hij mij  toeftond  te laaten  
 natekenen,  en  welker  inhoud  de  volgende  aanmerkingen  
 doen" geboren  worden. 
 Daar  waren  ’er  twee,  beiden  getekend  ,  en  
 alle  blijken  van  echtheid  draagende.  De  eerfte  
 bevattede  de  Penfchinskiaanfche  Zee  ,  de  kust  
 van  Tartarije  tot  40°  Breedte  ,  de  Kurilifche  
 Eilanden  en  het  fchier-eiland  van  Kamfchatka.  
 Zedert  deeze  kaart  gemaakt  is ,  heefc  w aw ,  
 s e e l e e   iRKEECHOFF,  Kapitein  van  de vloot, 
 in 
 rugten  b e n i o w s k y   geweest,  o f  hij  heeft  Hechts  de  zon-  
 derlinge  reis  van  dien  man  naar  Frankrijk  verhaald.  Het  
 Ofirfte  fchijnt  het  waarfchijnlijkst. 
 Pu  f  ORSI tR,   £ 
 Y 5