Esquimaux gebouwd en zamengefteld; alleenlijk
waren ’er in de eené twee gaten , waarin twee
menfchen zitten konden , en in de andere maar
pen. Elk deezer mannen had een Hok omtrent
drie voeten lang, met groote vederen of vleugelen
van vogelen ’er aan gebonden. Deeze hielden
zij dikwijls naar ons op , met inzigt, naar
wij gisten, om hunne vreedzaame geneigdheid te
kennen te geeven (*_).
De behandeling, welke deeze mannen ontmoet
teden, lokte veele andere aan om ons te bezoeken
, hetgeen zij den volgenden morgen tusfchen
éen en twee uuren deeden in groote en kleine
vaartuigen. Sommige waagden het aan boord te
koomen, maar niet voor enige van ons volk in
hunne booten waren overgeftapt. Onder die,
welke aan boord kwamen, was een man van mid-
delbaaren ouderdom, die een goed voorkoomen
had, en welken wij naderhand bevonden hun
Opperhoofd te zijn. Hij was gekleed in eene kleding
, van het vel van den zee - otter gemaakt ? en
had eene muts op zijn hoofd, gelijk die, welke
door
( * ) Dus wierd ook beer in gs volk ontvangen aan de
Schumagin-Eilanden op deeze kust, in het jaar 1741-
M u l l e r s woorden zijn : On fgait ce que c'est que le
Calumet, que les Americains feptentrionaux pré [entent en,
figne de paix. Ceux-ci en tenoient de pareils en mam.-
C'etoient des batons avec alles de faucon, attachées au bout.
Decouyertes p. 268,
door het volk van Koning Georges Kanaal ge-
draagen worden, met hemelsblaauwe koraalen ver-
fierd, omtrent van de grootte van eene groote er-
wet» Hij fcheen aan dezelve veel meer waerde
te hechten dan aan onze witte glazen koraalen.
Doch alle fooften van koraalen fcheenen bij dit
volk in hooge achting te zijn , en zij gaven
’er gereedlijk hetgeen zij hadden in ruiling voor,
zelfs hunne fraaie zee-otter vellen. Maar ik
moet ook zeggen dat zij geen meer waerde aan
dezelve hechteden dan aan andere vellen , dat
ook het geval was geweest in Koning Georges
Kanaal, tot ons volk ’er eene grooter waerdij
aan gegeeven had, en zelfs toen nog wilden de
inboorlingen van beiden die plaatfen nog liever
eene kleding van deeze gemaakt afftaan dan eene
van de vellen van wilde katten of marters.
Dit volk was ook begeerig naar ijzer; maar
zij wilden Hukken hebben van ten minden agt
o f tien duimen lengte en van de breedte van
drie of vier vingeren; want kleine Hukjens verwierpen
zij voldrekt; zij kreegen dan ook weinig
ijzer van ons, ajzoo het thans fchaarsch bij ons
geworden was. De punten van fommige van
hunne fpeeren of lanfen waren van dat metaal* andere
waren van koper, en enige weinige van been,
waarvan de punten van hunne werp - fchichten en
pijlen ook gemaakt waren. Ik kon het Opperhoofd
niet overhaaien om zig onder het boven-
I 4 dek