
 
		VIJFDE  HOOFDSTUK. 
 Aankomst  te Eimeo.  Befchrijving  van  de  twee  
 havenen  aldaar.  Bezoek  van  mahe in e ,  
 Opperhoofd  van  het  eiland.  Zijn  perfoon 
 hefchreven.  Bene  geit  ge fooien  en  met  den  
 dief  teruggezonden.  Bene  tweede  geit  ge-  
 floolen.  Maatregelen daaromtrent genoomen.  
 Togt  door  het eiland.  Huizen  en  kanos  verbrand. 
   De  geit  word  teruggegeeven  en  de  
 vrede  her field.  Befchrijving  van het eiland. 
 A l z o o   ik  mijn  voorneemen  van  Eimeo  aante-  
 doen  nog  niet  had  laaten  vaaren,  ftuurde  ik  des  
 morgens  van  den  dertigften,  met  het  aanbreeken  
 van  den  dag,  naar  het  noordlijk  eind  van  het  eiland, 
   alzoo  de  haven,  welke  ik wilde  opneemen,  
 aan  dat  gedeelte  van  hetzelve  lag.  Om a i ,  die  
 9er  lang  voor  ons  met  zijne  kano  was  aangekoo-  
 men  ,  had  enige  nodige  maatregelen  genoomen  
 om  ons de  plaats  te  laaten  zien.  Wij  waren  egter  
 niet  zonder  lootfen,  alzoo  wij  verfcheiden  in-  
 wooneren  van  Otahiti  aan  boord  hadden  en  niet  
 weinig  vrouwen.  Mij  niet  geheel  op  deeze  gidfen  
 durvende  verlaaten,  zond  ik  twee  floepen  af om  
 de  haven'  opteneemen,  en,  deeze  fein  doende dat  
 ’er  goede  anker-grond  was,  zeilden  wij  met  de 
 H  4  fche