
ook evenwel genoeg gezien om overtuigd te wezen
dat alles wat wij van Otahiti waargenoomen
en verhaald hebben, met weinig verandering, ook
op dezelve kan toegepast worden.
Daar fchijnt reeds maar al te veel bekend gemaakt
te zijn in onze voorige berichten omtrent
zeden en gewoonten, die Otahiti voor veelen aan
boord van onze fehepe.n een zoo aangenaam verblijf
maakten, en* al konde ik nu nog enige uitvoeriger
trekken in een tafereel brengen * welks
fchets reeds met genoegzaame naauwkeurigheid is
getrokken geworden, zou ik nog geaarfeld hebben
om in deeze mijne reis-befchrijving zoodanig
een van losbandige zeden optehangen, welke die-
geenen , voor welker onderrigting ik fdirijve,
Hechts zouden kunnen walgen. Daar zijn eg*
ter menige van de huislijke, ftaatkundige en
godsdienftige inftellingen van dit volk, die, na
alle onze bezoeken, nog zeer onvolkoomen begrepen
worden. Het verhaal van de voorvallen,
die geduurende ons verblijf aldaar gebeurden, zal
waarschijnlijk nog enig nieuw licht over dezelve
verfpreiden, en tot verder naricht zal ik den lee-
zer naar de aanmerkingen van den Heer a n d e r -
son verwijzen.
Onder de verfchillende mindere bezigheden,
terwijl wij aan deeze eilanden waren , wierpen
de groote voorwerpen van onzen dienst
altoos in acht genoomen. Daar wierd geene gelelegenheid
verzuimd om fterrekundige en fcheep-
yaartkundige waarneemingen te doen , uit welke
de volgende tafel omtrent de breedte en lengte
en de afwijking en duiking van de kompas-naald
is opgemaakt;
Z. B. O. L.
Matavai-punt aan Otahiti I7 °2 9 ï aio022. 28"
Owharre-HavenaanHuaheine 16 42! 208 52 240
Ohameneno Haven aanUlietea 16 451 208 25 2®
afwijk, duiking.
Matavai - punt aan Otahiti 5° 3 4 /0 . 29® 12
Owharre-HavenmnHuaheine 5 13f 28 28
Ohamaneno-Haven aan Ulietea 6 19 29 5
De Lengte van de drie onderfcheiden plaatfen
is afgeleid uit het gemiddelde van honderd vijf en
veertig reekfen waarneemingen, aan land gedaan,
fommige op de eene plaats, en fommige op de
andere, en op elke der anker-plaatfen overgebragt
door den tijd-wijzer. Alzoo de ligging dier
plaatfen, op mijne voorige reizen, zeer naauw-
keurig bepaald w as, wierden de bovenftaande
waarneemingen voornamelijk gedaan met inzigt
om te bepaalen in hoe verre men op een aantal
waarneemingen op de maan zoude kunnen rekenen
, en hoe nabij zij zouden overeenftemmen
met die, welke in het jaar f769 op dezelfde
plaats gedaan zijn, die Matavai - Punt bepaalden
op 2i'Q° 27' 30". Het verfchil is, naar het blijkt,
O 3 Hechts