
 
		om  voortekoomen  dat  eene  noodlottige  ziekte,  
 waarmede  ik  wist  dat  enige  van  ons  volk  befmet  
 waren  ,  en  die  ongelukkig  reeds  door  ons  aan  
 andere  eilanden  in  deeze  zeeën  was medegedeeld,  
 ook  niet  op  dit  eiland  gebragt wierde.  Met  hetzelfde  
 oogmerk  verbood  ik  vrouwen  op  de  fche-  
 pen  toe  te laaten.  Daar  waren  anders  veele  in  de  
 kanos  medegekoomen.  Haare  grootte,  kleur  en  
 gelaatstrekken  verfchilden  niet  veel  van  die  der  
 mannen,  e n ,  fchoon  haar  gelaat  aanmerklijk  
 open  en  aanvallig  was,  waren  ’er weinige  fpoo-  
 ren  van  kieschheid  o f  evenredigheid van  trekken  
 in  haare  aangezigten  te  befpeuren.  Het  eenigst  
 onderfcheid  dat  ’er  in  haare  kleeding  was  be»  
 ftond  Hechts  daarin,  dat  zij  een  ftuk  doek  om  het  
 lijf  gewonden  hadden,  dat  van  omtrent den middel  
 tot  half  weg  de  dijen  nederhong  ,  in  plaats  
 van  de  maro,  die  door  de  andere  kunne  gedraa-  
 gen wierd.  Zij  zouden  ons  even  gaerne  met haar  
 gezelfcbap  aan  boord  begunftigd  hebben  als  de  
 mannen  ;  maar-  ik  wilde  allen  omgang  met  haar  
 voorkoomen,  die  haar  maar  al  te  waarfchijnlijk  
 een  onherftelbaar  nadeel  zoude  toebrengen  ,  en  
 door  haar  aan  het  geheele  volk.  Daar  wierd  
 nog  eene  andere  nodige  voorzorg  genoomen;  ik  
 gaf,  namelijk,  een  zeer  geftreng  bevel  uit dat  niemand, 
   welken  men  wist  in  eenen Haat  te  zijn  om  
 de  befmetting  voortteplanten  ,  uit  de  fchepen  
 zoude  gezonden  worden  om  dienst  te  doen. 
 O f 
 O f   deeze  maatregelen ,  uit  menschlievetidheid  
 genoomen,  ai  of  niet  de  verlangde  uitwerking  
 hadden  kan  de  tijd  alleen  ontdekken.  Ik  had  
 even  oplettend  op  dezelfde  zaak geweest,  toen  ik  
 de  Vrienden-Eilanden  eerst  bezogt,  en  egter  
 bevond  ik  naderhand ,  met wezenlijke droefheid,  
 dat  mij  zulks  niet  gelukt  was.  En ik  vrees zeer  
 dat  dit  altijd  het  geval  zal  zijn  op  zulke  reizen  
 als  de  onze ,   als  het  nodig  is  een  aantal  volks  
 aan  land  te  hebben.  De  gelegenheden  en  aan»  
 lokzelen  tot  eenen  naauwen  omgang  van  de eene  
 fexe  met de  andere zijn dan  te menigvuldig om  ’er  
 zig  voor  te  wagten,  en  hoe  zeer men  overtuigd  
 meent  te  zijn  van  de  gezondheid  van  het  volk,  
 ziet  men  dikwijls  dat  men  zig  bedrogen  heeft,  
 als  het  te  laat  is.  Ik  twijfel  zelfs  of  de  bekwaamde  
 heelmeesters  wel  altijd  met  enige zee-  
 kerheid konnen  zeggen  o f iemand,  die,  in  zekere  
 trappen  van  deeze  ziekte,  onder hunne behande»  
 ïing  geweest  is,  zoo  in  den  grond  geneezen  zij,  
 dat  ’er  geene  mogelijkheid  overblijft  dat  hij  nog  
 in  Haat  zoude  zijn  de  befmetting  medetedeelen.  
 Ik  geloof  dat  ik  enige  voorbeelden  zoude  kunnen  
 opgeeven,  die  mij  zouden  wettigen  deeze  
 gedagten  te  waagen.  Het  is  ook wel  bekend  dat  
 er  onder  het  volk  gemeenlijk  enige  gevonden  
 worden  ,  die  laag  genoeg  zijn  om  hunne  kwaal  
 te  verbergen,  en  daar  zijn  ook  andere,  die godloos  
 genoeg  zijn  om  ’er  niet  om  te  geeven  aan  
 V  2  wie