
tmfchen hen en de fchepen door middel van
onze eigen floepen weldra wierd afgefneden. In
den avond deeden zij fein om de floepen, die
hun dan ook toegezonden wierden, en kort daarop
keerden zij terug met enige yams en wat zout.
Wij hadden in den loop van den dag vrij veel
van deeze twee artijkelen opgedaan ; maar de
branding was zoo fterk, dat het grootst gedeelte
in den overtogt naar het fchip verlooren was geraakt.
De Officier en twintig mannen, afgefchrikt
door het gevaar dat ’er was in van land te ftee-
ken , wierden den geheelen nacht aan land ge-
laaten, en door deeze ongelukkige omftandigheid
had juist datgeene plaats, hetwelk ik, gelijk ik
reeds gezegd heb, zoo gaerne wenschte voorte-
koomen, en tegens hetwelk ik mij vleide genoeg-
zaame voorzorgen genoomen te hebben. De
hevigheid der branding, tegens welke onze eigen
floepen niet op konden, belettede de inboorlingen
niet met hunne kanos naar de fchepen af te koo-
men. Zij bragten ververfchingen mede, die door
ons voor fpijkers en ftukken van ijzeren hoepels
gekogt wierden, en ik deelde een goed aantal
ftukken lint en enige knoopen, als arm-ringen ,
onder de vrouwen in de kanos uit. Een van de
mannen had de gedaante van eene hagedis op
zijne borst geprikt, en andere vertoonden op die
deelen de afbeelding van menfchen , liegt getekend.
Deeze bezoekers zeiden ons dat ’er geen
Op.
Opperhoofd of Iiairee op dit eiland was, maar
dat het aan t e n ë o o n e o o , een Opperhoofd
van A t ooi, onderworpen was , welk eiland zij
zeiden dat niet geregeerd wierd door een enkel
Opperhoofd, maar daar ’er verfcheidene waren,
welken zij de eer van moe of nederbuiging betoonden,
en onder andere noemden zij otaeaio
enTERAROTOA, Onder andere dingen, welke
dit volk medebragt, was een trommelcjen, omtrent
als die van Otahiti.
Des avonds tusfchen tien en elf uuren liep de
wind naar het Zuiden en de lucht fcheen een’
ftofm te vóorfpellen. Oordeelende dat wij met
zulk een vooruitzigt te na bij land lagen, beval
ik dat men de ankers zoude ligten, en de fchepen
op twee en veertig vademen gebragt hebbende,
lieten wij dezelve weder op die veiliger plaats vallen.
Deeze voorzorg was evenwel onnodig geweest,
want de wind liep kort daarna N. N. O.,
uit welke ftreek hij eene frisfe koelte woei met
ruk-winden, van zeer fterke regen-buien ver-
zeld,
Dit weder hield den geheelen volgenden dag
aan, en de zee liep zoo hoog, dat wij geene ge-
meenfchap met ons volkaan wal hebben konden;
ja dat de inboorlingen zelve het niet durfden waa-
gen met hunne kanos naar de fchepen te koomen.
In den avond zond ik den ftuurman in eene floep
naar de zuid-oostlijke punt van het eiland, om te
X. D e e l . Y be*