keurig acht op derzelver beweeging, en roeide
haar met grooten fpoed vooruit, tot hij zag dat zij
hem agterhaalcje en kracht genoeg gekregen had
om zijne kano voortteftuuvven, zonder ’er onder
door te gaan; dan zat hij (lil en liet zig met dezelfde
fnelheid als de golf voortdrijven, tot zij hem
op ftrand zettede; dan fprong hij ’er uit, hoosde
het water uit zijne kano en voer weder af om eene
nieuwe golf te zoeken. Deeze man fcheen het
grootfte vermaak te gevoelen als hij zoo fnel en
zoo glad door de zee wierd voortgedreven , te
meer, daar hij, fchoon de fchepen en de tenten
zoo nabij waren, in het geheel geen acht fcheen
te (laan op den toeloop van zijne landslieden, die
bijeen fchoolden -om dezelve als zeldzaame en
merkwaerdige voorwerpen te bekijken. Terwijl
ik daar (lond, kwamen ’er twee of drie van de inboorlingen,
die deel aan zijn genoegen (cheenen
te neemen, en altijd juichten als ’er waarfchijn-
Jijkheid was dat ’er eene gunftige golf kwame,
alzoo hij die fomtijds miste, omdat hij ’er met
zijn rug naar gewend zat en terwijl hij ’er naar
omzag. Ik verftond van hun dat deeze oefening,
die ehoroóè genaamd wordt, veel bij hen in gebruik
i s ; en waarfchijnlijk hebben zij nog meer
diergelijke tijdkortingen, die hun ten minden zoo
veel vermaak geeven als ons het fchaatfenrijden,
die de eenigfte is , waarbij ik dezelve kan vergelijken.
De
De Otahitifche taal, fchoon waarfchijnlijk in
den grond dezelfde met die op Nieuw - Zeeland,
en de Vrienden-Eilanden , wordt egter niet zoo
uit de keel gefprooken , en mist enige medeklinkers
, welke in de laat'fte menigvuldig gehoord
worden. De ilaaltjens, 'die wij ’er reeds
van gegeeven hebben , zijn genoegzaam om te
toonen waarin het onderfcheid voornamelijk be-
ftaat, en om te bewijzen dat z ij, gelijk de zeden
der ihwooneren, zagt en teder geworden is.
Geduurende mijne voorige reis had ik eene rijke
woorden-lijst verzameld, die mij in Haat (lelde
om te beter deezen tongval met dien van de andere
'eilanden te vergelijken, en op deeze reis
nam ik alle gelegenheden waar om mijne kundigheid
in dezelve te vermeerderen, door met oma i
te fpreeken, alvorens wij aldaar aankwamen, en
door mijnen dagelijkfen omgang met de inboorlingen
, terwijl wij aldaar vertoefden. De taal
heeft veele fraaie en zinnebeeldige uitdrukkingen,
die, zoo zij volkoomen gekend wierden, baar,
twijfel ik niet, gelijk zouden (lellen met veele der
taaien, die meest in achting zijn om hunne (foute
en (lerke beelden. Bij voorbeeld , de Otahitiers
drukken hunne denkbeelden van den dood zeer
krachtig uit, door te zeggen dat de ziel in de
duisternis in gaai, of liever in den nacht. En
als men met enige twijfeling vraagc of zoo iemand
hunne moeder zij, antwoorden zij onmidddlijk met
P 5 ver