tijdftip ware opgekoomeii. Dit deed het geluk
wenden en hunne vijanden wierden verflagen met
eene groote flagting. Die van Bolabola vervolgden
hunne overwinning, vielen twee dagen
daarna in Huaheine, hetwelk zij wisten dat zwak
* verdedigd zou worden , alzoo de meeste krijgslieden
afwezig waren. Zij maakten zig ook mees -
ters van dat eiland ; maar veels der vlugtelingen
naar Otahiti gegaan zijnde, vertelden aldaar hunne
beklaaglijke gefchiedenis, die hunne landslieden,
die zij op dat eiland ontmoeteden, en die
van Ulietea zoo fterk bedroefde , dat zij enige
hulp van hun ontvingen. Zij wierden met flechts
tien oorlogs-kanos uitgerust; doch, fchoon hunne
macht zoo klein was, belïierden zij den togt met
zoo veel voorzigtigheid, dat zij, in den nacht,
wanneer het donker was, op Huaheine landden;
en de Bolabolaars bij verrasfching overvallende,
er veele van doodden en de overige op de vlugt
joegen, zoo dat zij, op die wijze, hun eiland heroverden
, dat thans onafhanglijk blijft onder de
regeering van deszelfs eigen Opperhoofden. On-
middelijk na het verflaan van de vereenigde vloo-
ten van Ulietea en Huaheine , wierd de Bola.-
bolaars eén voorftel gedaan door hunne bond-
genooten van Otaha, om tot een gelijk deel van
de veroveringen te worden toegelaaten. De weigering
hiervan verbrak hun onderling verbond,
en in den loop van den oorlog wierd Otaha zelf,
zoo
zoo wel als Ulietea, veroverd, welke beiden eilanden
thans Bolabola onderworpen blijven, zijnde
de Opperhoofden, die ’er regeeren , flechts af-
gezondene van o p o o n y , den Oppervorst van dat
eiland. Bij de t’onderbrenging van die twee eilanden
wierd ’er vijf maal op verfchillende plaat-
zen flag geleverd, waarin van beiden zijden veel
volk fneuvelde.
Zoodanig was het bericht, dat wij ontvongen.
Ik heb reeds meer dan eens aangemerkt hoe on-
volkoomen dat volk de naauwkeurige dagtekeningen
van gebeurde zaaken onthoudt. Wat dee-
zen oorlog belangt, fchoon hij binnen weinige
jaaren was .voorgevallen, konden wij egter maar
naar den tijd van deszelfs begin en einde raaden
uit bijkoomende omftandigheden, die onze eigen
waarneemingen ons opleverden, alzoo de inboorlingen
onze vraagen niet met juistheid konden beantwoorden.
De volkoomen verovering van Ulietea
, waar mede de oorlog eindigde, was, zoo
wij weeten , gefchied voor ik in het jaar 1769
met de Ondermeming aldaar aanlandde; maar wij
kunnen opmaaken dat het niet zeer lang geleden
was dat de vrede was gefloten , alzoo wij toen
verfche fpooren van vijandlijkheden op dat eiland
konden gewaar worden Men kan nog enig
licht over dit onderzoek verfpreiden, als men acht
Haat
(* ) Ziet de eerfte Reize II D. bladz. 14. en verv.