
 
		eerd  is,  met  al  het  huisraad  verbrand.  Zijne  on-  
 derdaanen  ontblooten  zig  niet  alleen  voor  hem  
 tot  aan  den  middel;  maar  als  hij  op  de  eene  of  
 andere  plaats  is ,  wordt  ’er ergens  in  de nabijheid  
 een  paal  met  een  Huk  doek  ’er aan  gebonden  opgezet, 
   welke  zij  dezelfde  eer  bewijzen.  Zijne  
 broeders  hebben  ook  recht  op  de  eerde  van  deeze  
 eerbe wij zingen;  maar  de  vrouwen  behoeven  zig  
 Hechts  te  ontblooten  voor  de  vrouwen  van  het  
 koninglijk  gedacht.  In  kort,  zij  fchijnen  zelfs  
 bijgeloovig  in  hunnen  eerbied  voor  hem,  en achten  
 zijnen  perfoon  weinig minder  dan  heilig.  En  
 het  is  misfchien  aan  deeze  omdandigheden  dat hij  
 het  gerust  bezit  van  zijne  heerfchappij  verfchul-  
 digd  is;  want  zelfs  bewijst  het  volk  vanTiaraboo  
 hem  dezelfde  eer,  als  hem  wettig  toekoomende,  
 fchoon  zij  evenwel  hun  eigen  Opperhoofd  als  
 machtiger  befchouwen,  en  zeggen  dat  hij  in  de  
 regeering  van  het  geheel  eiland  zoude  opvolgen,  
 zoo  het  tegenswoordig  regeerend  gedacht  mogt  
 uitderven.  Dit is nog  des  te  waarfchijnlijker omdat  
 WAHEEADOOA  niet  alleen  Tiaraboo  bezit,  
 maar  ook  veele  didriften  van  Opooreanoo.  Zijn  
 grondgebied  is  dan  bijna  zoo  uitgedrekt  als  dat  
 van  o t o o ,  en hij  heeft  daarenboven  het  voordeel  
 van  een  volkrijker  en  vrugtbaarer  gedeelte  van  
 het  eiland  te  bezitten.  Zijne  onderdaanen  hebben  
 ook  blijken van  hunne  meerderheid gegeeven  door  
 het  behaalen  van  menig  eene  overwinning  over 
 die 
 die  van  Otahitl - nooe,  van  welke  zij  fpreeken  als  
 Van  verachtlijke  krijgslieden  ,  die  gemaklijk  té  
 overwinnen  zijn  ,  zoo  hun  Opperhoofd  dechts  
 mogt  wenfchen  ’er  de  proef  van  te  neemen. 
 De  rangen  onder  het  volk  zijn,  behalven  de  
 Eree  de  hui  en  zijn  gedacht,  de Erees  of mach-  
 tige  Opperhoofden,  de  Manahoone  of  vafallen,  
 en  deTeou  o f  Toutoü,  bedienden,  of liever daa-  
 ven.  De  mannen  onder  elk’  deezer  rangen  verbinden  
 zig,  volgens  regelmaatige  inftellingen,  niet  
 dan  met  vrouwen  van  hunne  eigen  rangen;  doch  
 doen  zij  het met  eene  van  eenen  laageren  rang, dat  
 dikwijls  gebeurt,  en  Wordt  ’er  een  kind  van  geboren  
 ,  dan wordt  het  in  ’t  leven  gelaaten  en  heeft  
 den  rang  van  den  vader,  tenzij  hij  een  Eree  is,  
 wanneer  het  wordt  omgebragt.  AlS  eene  vrouw  
 van  rang  eenen  man  van  eenen  minderen  rang verkiest  
 orii  haar  in  plaats van  echtgenoot  te  dienen,  
 worden  de  kinderen,  welke  hij  bij  haar  teelt,  
 omgebragt.  En  als  een  Teou  op  eenen  minnehandel  
 met  eene  vrouw  van  koninglijk  bloed  betrapt  
 wordt,  wordt  hij  ter  dood  gebragt.  De  
 zoon  van  den  Eree  de  hoi  volgt  zijnen  vader  op  
 in  zijnen  tijtel  en  eerbe wij zingen  zoo  dra  hij  geboren  
 is  ;  doch  als  hij  geene  kinderen  heeft,  
 neemt  zijn  broeder  bij  zijn  overlijden  de  regeering  
 in  handen.  In  andere  gedachten  vervallen  
 de  bezittingen  altijd  op  den  oudften  zoon;  maar  
 hij  is  verplicht  zijne  broeders  en  zusters  te  
 ,  on