
zijn Veele wegen, langs welke zulk volk (lukken
ijzer kan krijgen, of aan de kennis van het be-
ilaan van zulk een metaal kan koomen, zonder
ooit eene onmiddelijke gemeenfchap gehad te
hebben met natieën , die het gebruiken. Men
kan naauwlijks twijfelen of het was bij alle de
inwooneren in deeze zee onbekend, voor m a *
g e l h a e n s den weg in dezelve baande; want
geen ontdekker kort na zijne reis vond immer
iets van dat metaal in hunne handen, fehoon wij
in den loop van onze laatfle reizen hebben aan?
gemerkt dat deszelfs gebruik op verlcheiden eilanden
bekend was, aan welke, zoo veel wij
weeten, te vooren geen Europisch fchip geweest
was. Op alle de plaatfen , die m e n d a n a op
zijne twee togten aandeed, moet ijzer gezien en
agtergelaaten zijn , en dit zou ongetwijfeld de
kennis van hetzelve uitgeftrekt hebben tot alle
de verfchillende eilanden, met welke die, welke
hij bezogt, enige onmiddelijke gemeenfchap hielden,
Het kan zelfs nog verder gebragt zijn, en
daar men geene (lukken van deeze zoo gewilde
waare konde bekoomen , kon de befchrijving
van dezelve het egter ënigermaate bekend maa-
ken, en het doen herkennen als men het nader-:
hand zag, De volgende reis ten zuiden van de
linie, waarop men enigen omgang met de inboorlingen
van deezen oceaan had, was die van qui-
&qs, die op Sagittaria, het eiland van het fraai
volk, en o? Terra del Espiritu fanto landde,
op welke plaatfen, gelijk ook op die, met welke
zij enige gemeenfchap hielden» het, bij gevolg,
ook bekend moet geworden zijn. Hem volgden
op deeze vaart le m a iRE en s chou t e n , welker
gemeenfchap met de inboorlingen veel verder
oostwaart begon, en aan het Kokos- en Hoorn*
Eiland eindigde/ Het was niet te verwonderen
dat ik, toen ik Tongataboo in het jaar 1773 ^e'
zogt, aldaar een (luk ijzer vond, alzoo wij wisten
dat tasm an het voor mij bezogt had; maar
laaten wij eens ondérftellen dat hij de Vrienden--
Eilanden nooit ontdekt hadd’, dan zou het vinden
van ijzer onder hen veele befpiegeling veroorzaakt
hebben, fehoon wij in een vorig deel hebben
opgegeeven hoe zij aan de vernieuwing van
hunne kennis aan dit metaal kwamen , hetgeen
mijne (telling bevestigt (*). Want Neeootaboo
taboo of Bofcawens - Eiland, daar Kapitein wal-
Lx5 fchepën het lieten, en van waar p o n l a h »
het ontvong, ligt enige graaden ten Noordwesten
van Tongataboo. Het is wel bekend dat
roggeveen een van zijne fchepen aan de
Ver derflijke - Eilanden verloor, die, volgens
hunne ligging , waarfchijnlijk den inwooneren
van Otahiti en de Sociëteit - Eilanden niet onbekend,
fehoon niet dikwijls bij hen bezogt zijn.