
 
		178  [iVov.  1777.]}  R E I Z E   n a a r   den 
 na  het  verlasten  van  deeze  eilanden,  van  mij  af  
 mogt  geraaken  ,  welke  het  niet  ongepast  zal  
 zijn  alhier  eene  plaats  te  vergunnen. 
 ,,  I N S T R U C T I E   aan  Kapitein  c b.  
 „   c l e r k e ,  commandeerende  ’sKo-  
 „   nings  floep - fchip  de  Ontdekking,  
 ,,  overhandigd  door Kapitein  j.  cook ,  
 „   commandeerende  ’s Konings  floep-  
 ,,  fchip de Refolutie. 
 ,,  Aangezien  de  overtogt  van  de  Societeit-  
 „   Eilanden naar de Noord- kust van Amerika  van  
 3,  eene  aanmerklijke  lengte  is,  zoo in  afftand  als  
 3,  in  tijd,  en  aangezien  een  gedeelte van  denzelven  
 ,,  moet  volbragt  worden  in  het midden  van  den  
 ,,  winter,  wanneer men ftorm - buien  en  flegt we«  
 ,,  der  te  wagten  heeft,  die  misfchien  eene  fchei-  
 „   ding  kunnen  veroorzaaken,  zult gij  alle moge-  
 ,,  lijke  zorg  draagen  om  zulks  voor  te  koomen.  
 ,,  Dan,  zoo  gij,  ondanks  alle  onze  poogingen  
 3,  om  bij  elkanderen  te  blijven  ,  van  mij  mogt  
 3,  gefcheiden  worden  ,  moet  Gij  eerst  naar  mij  
 „   zoeken  daar  gij  mij  laatst  zaagt.  Mij  in  vijf  
 „   dagen  niet  verneemende,  zult  gij  (volgens de  
 ,,  Inftru&ieën  van  den Raad,  van welke  gij  reeds  
 ,,  een  affchrift  ontvangen  hebt}  naar  de  kust  
 3,  van  Nieuw Alhion  ftevenen,  dezelve  tragtende  
 „   te  naderen  op  de  breedte  van  45  graaden. ■ 
 „   Op  deeze  breedte  en  op  eenen  voegzaamen 
 33 si* 
 3,  afftand  van  land  zult  gij  tien  dagen  op  mij  blij«  
 3,  ven  kmisfen.  Mij  binnen  dien  tijd niet  ziende,  
 „   zult  gij  de  eerfte  góede  haven,  op,  o f  ten  
 Noorden  van  die  Breedte,  inloopen,  om  hout  
 3,  en  water  inteneemen  én  ververfchingen  te  be-  
 3,  koomen. 
 „   Zoo  lang  Gij  in  de  haven  zijt,  zult  gij  aan-  
 houdend  naar  mij  uit  laaten  kijken.  Het  zal  
 „   dan  nodig  zijn  dat  gij  eene  leg-plaats  verkiest,  
 „   zoo  nabij  de  zee. kust  als  mogelijk  is,  om U  
 te  beter  in  ftaat  te Hellen mij  te zien,  als  ik op  
 3 ,  die  hoogte  zal  koomen. 
 „   Indien  ik  mij  niet voor  den  eerfteri  April  aan-  
 3,  ftaanden  bij  U  voeg,  zult  gij  in  zee  fteeken  en  
 ,,  Noordwaarts  ftevenen  tot  de  breedte  van  56°,  
 ,,  op  welke  Breedte  en  op  eenen  behoorlijken  
 „   afftand  van  de  kust,  nooit  meer  dan  vijftien  
 ,,  mijlen,  gij  op  mij  zult  blijven  kruisfen  tot den  
 3,  tienden  Meij. 
 „   Mij  in  dien  tijd  niet  ziende  opdaagen,  zult  
 „   Gij  Noordwaarts  ftevenen  en  tragten  eenen  
 „   doortogt  in  den Atlantifchen  oceaan  te  vinden  
 ,,  door  de  Hüdfons  of  Bdffins  B a a i ,  gelijk  Ü  
 „   in  de  bovengemelde  Inftruélieën  wordt  be-  
 „   voolen. 
 „   Zoo  het U  mislukt  eenen  doortogt  door  eene  
 „   van  die  baaien,  of  langs  eenen  anderen  weg  te  
 3 ,  vinden,  zult  G ij,  alzoo  gij  in  dat  jaargetijde  
 „   niet  veilig op  hooge  breedten zult kunnen blij- 
 M  a  „ven»