verlost is, wordt het een fluk doek, dat in water
gedoopt is, op den mond en den neus gelegd,
om het te verflikken. Aldie
met meisjens leeven zonder te willen trouwen zou geene
fchaduw van eene bijzondere gelijkenis tusfchen deeze twee
natieën opleveren; doch dat die1 jonge lieden en op de Ladrones
en op Otahiti als eene onderfcheiden brotderfchap
befchouwd, en met eenen bijzonderen naam benoemd worden,
en dat die naam in beiden die landen dezelfde is fchijnt
een onwederlegbaar bewijs te zijn dat de bewooners van beiden
die landen dezelfde natie zijn. Wij weeten dat het eene
algemeene eigenfchap van de Otahitifche taal is de uitfpraak
der woorden te verzagten. En het ls aanmerklijk dat door
de weglaating van eene enkele letter ( d e / ) onze Arreoes
o f Erreoes en de Urritoes van de Ladrones tot zulk eene
gelijkheid van uitfpraak, de eenigfte regel om twee taaien,
die niet gefchreven worden, te vergelijken, gebragt worden
, dat wij veilig kunnen befluiten dat zij hetzelfde
woord zijn.
Men kan nog een o f twee bewijzen uit de gelijkheid van
taal in veel betekenende woorden bijbrengen. L e gob i en
zegt ons dat het volk van de Ladrane's de dooden vereeren,
die zij Anitis noemen. Hier hebben wi j , als wij de n weg-
laaten, weder een woord, dat zeer veel gelijkt naar dat, hetwelk
zoo dikwijls in de reizen van cqok voorkoomt, als
hij van de Godheden van dat eiland fpreekt, die hij Ea-
iooas noemt. En het zal misfchien wel der moeite waerdig
zijn aantemerken dat hetgeen op de Ladrones een Aniti genoemd
wordt op de Carolina - Eilanden, daar ook de doóde
Opperhoofden vereerd worden (gelijk wij van c a n t o v a
Lettr. edif.t.xv, p.309,3ioleeren) êenTdffiiiïup genoemd
wordt, en dat, door het verzagten o f weglaaten van de fterk
luidende letteren, aan het begin en het eind van dit laatfte
woord, de Ahutu van de Carolina - Eilanden de Aiti van de
Ladrones, en de Eatooa van de Zuid zee-Eilanden zulk eene
ge-
Alzoo bij zulk eene levens-wij ie de vrouwen
zeer veel tot hun geluk moeten toebrengen , is
het
gelijkheid in uitfpraak (want wij kunnen geenen anderen leids *
man hebben) aanneemen, dat zij een fterk bewijs voor eene
gemeene oorfprong opleveren (waarbij nog koomt dat de e
in de Otahitifche taal vermoedelijk enkel een voorzetfel is,
waardoor de gelijkheid nog grooter wordt). Nog eens, wij
leeren van gobien dat het volk van de Mariame - Eilanden
zijne Opperhoofden Chamorris o f Chamoris noemt. Als
men nu de ch u R j en de hardheid van de r in / verzagt
(waarvan de woorden-lijsten der verfchillende eilanden ons
herhaalde voorbeelden opleveren) dan hebben wij d eTamole
van de Carolina-Eilanden en de Tamolao of Tamaha van
de Vrienden-Eilanden.
Indien deeze ftaaltjens van gelijkheid van taal met genoeg
mogten gerekend worden, zullen enige zeer aanmerk.
lijke voorbeelden van gelijkheid in gewoonten en inftellm-
gen alle twijfelingen wegneemen. i . Vond Kapitein cook
dat ’ er en op de Vrienden- en op de Sociëteit-Eilanden
eene verdeeling in drie klasfen, edelen, de middenftand,
en het gemeen volk o f de bedienden plaats had. Vader
g o b i e n zegt ons uitdruklijk dat hetzelfde onderfcheid op
de Ladrones plaats hëeft. II 3 a trois etatsparmi les in -
fulaires , la noblesfe, le moyen & le meml 2. Daar zijn
ontelbaare voorbeelden in c o o k s reizen, die bewijzen dat
het volk van zijne eilanden in groote onderwerping onder
de Opperhoofden ftnan. Van g o b i e n leeren wij dat het
op de Ladrones eveneens is. La noblesfe efi d'une fierti
incroyable & elle tient le peupk dans un abaisfement quon
ne pourroit imaginer en Europe , &c. 3 - De tijdkortingen
op Wateeoo , de Vrienden- en Sociëteit-Eilanden zijn o o of
Kapitein c o o k omftandig befchreven. Hoe zeer gelijken
’ er die naar, van welke g o b i e n in de volgende woorden,
Q 4
. als